1.3 Afschaffing van de slavernij

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Paragraaf 4 deel 1:

Afschaffing van de slavernij

- Ga zitten 

- Pak je boeken en aantekeningenschrift

- Kauwgom in de prullenbak

Leerdoelen paragraaf 4:

16. Je kunt uitleggen waardoor Europeanen een superioriteitsgevoel kregen.

17. Je kunt uitleggen waarom er in de achttiende eeuw het abolitionisme ontstond.

Hoe?

Klassikaal: ik geef uitleg en je schrijft de goede antwoorden over in je schrift.

of

Zelfstandig: je haalt de antwoorden uit de tekst op blz. 14 en 15. 

Klaar? Maken werkboek blz. 14

 

 Afsluiten: filmpje!

Leerdoel 16

Je kunt uitleggen waardoor Europeanen een superioriteitsgevoel kregen.

Superioriteitsgevoel

Idee dat je beter bent dan iemand anders

Superioriteitsgevoel

=

Superioriteitsgevoel

Door het succes van de Europese expansie was het idee ontstaan dat de Europeanen beter waren dan andere volken

Racisme: het ene ras zou beter zijn dan het andere

Europese landen hadden veel gebieden in de wereld veroverd. Denk aan de gebieden die de Spanjaarden hadden veroverd in Zuid-Amerika, de Engelsen in Noord-Amerika en de Nederlanders met Indonesie en Suriname.

Leerdoel 17

Je kunt uitleggen waarom er in de achttiende eeuw het abolitionisme ontstond.

Veranderende gedachtes over slavernij

Christendom

Verlichting

De mens is van nature gelijk

Abolitionisme

Als de mensen gelijk zijn, dan zijn slaven dat ook!

In Groot-Brittannië ontstaat hierdoor een beweging voor afschaffing van slavernij: abolitionisme. 

 

Afschaffing door Groot-Brittannië

Abolitionisten schreven over onmenselijke behandeling, gaven lezingen, maakten posters en protestoptochten

 

Hierdoor kwam er meer aanhang voor de beweging.

Nu: filmpje over het slavernij verleden 

Paragraaf 4 deel 2:

Afschaffing van de slavernij

- Ga zitten 

- Pak je boeken en aantekeningenschrift

- Kauwgom in de prullenbak

Leerdoelen paragraaf 4:

18. Je weet wanneer slavernij in Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland is afgeschaft.

19. Je kunt uitleggen waarom de slavernij in Nederland werd afgeschaft.

Hoe?

Klassikaal: ik geef uitleg en je schrijft de goede antwoorden over in je schrift.

of

Zelfstandig: je haalt de antwoorden uit de tekst op blz. 14 en 15. 

Daarna: 

Maken werkboek blz. 14 en 15

Nakijken blz. 14 en 15

Leerdoel 18

Leerdoel 19

Afschaffing door Groot-Brittannië

1807: slavenhandel in het Britse rijk werd verboden door het parlement.

                slavenhouders mochten hun slaven nog wel houden.

1833: afschaffing van slavernij in het Britse rijk.

Afschaffing door Frankrijk

Haïti: slavenopstand in 1791

            wisten dat de Franse Revolutie was begonnen (vrijheid, gelijkheid en broederschap!)

Franse regering schafte de slavernij af in 1794 maar Napoleon voerde het in 1802 weer in

            opnieuw slavenopstanden

            1804: onafhankelijke republiek Haïti

Afschaffing door Frankrijk

Onder Britse druk schafte Frankrijk in 1815 de slavenhandel af.   

                 na het verslaan van Napoleon!

In 1848 schafte Frankrijk de slavernij af

Afschaffing door Nederland 

Op Sint Maarten werden slaven eerder vrijgelaten omdat slaven konden vluchtten naar het Franse deel van het eiland.

 

Maar elders hielden de Nederlanders slavernij in stand.

Afschaffing door Nederland 

Wel onder druk van Groot-Brittannië in 1814 slavenhandel afgeschaft (smokkelen ging wel door!)

Abolitionisme kreeg in Nederland minder aanhang.

Afschaffing door Nederland 

1853: Het boek 'De negerhut van oom Tom' 

             belangstelling voor

             abolitionisme neemt toe.

Afschaffing door Nederland 

Nederlandse regering was bang voor afschaffing slavernij niet in het belang van de economie

Pas 1 januari 1860 afschaffing van slavernij in Indonesië, 1 juli 1863 in Suriname en Caribische eilanden.

Afschaffing door Nederland 

Bevrijde slaven waren nog niet echt vrij

           verplicht contract van 10 jaar

           slavenhouders kregen compensatie, slaven niets voor 

           aangedane leed.

Nu aan de slag:

Maken werkboek blz. 14 en 15.

Nakijken om: .............