Hoofdstuk 9: Leven langs de Nijl



Je telefoon ligt in je kluis/tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


OPDRACHT 1: WAAROM DAAR?
Handige links!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les



Je telefoon ligt in je kluis/tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


OPDRACHT 1: WAAROM DAAR?
Handige links!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 9: Leven langs de Nijl
OPDRACHT 1: WAAROM DAAR?
Handige links!

Slide 2 - Tekstslide


Hoofddoel:

Ik kan uitleggen hoe het leven in het oude Egypte eruit zag
lknwe
Subdoelen:

- Ik kan uitleggen hoe irrigatielandbouw werkt.
- Ik kan uitleggen hoe Egypte een eenheidsstaat werd.
- Ik kan uitleggen wie de farao is en wat hij deed. 
- Ik kan uitleggen hoe godsdienst eruit zag in Egypte. 

De leerdoelen: deze les

Slide 3 - Tekstslide

Water en slib 
De boeren in Egypte hadden geen lui leven. Een groot deel was woestijn, het regent en verdampt veel. Hierdoor moest je de akkers regelmatig water geven. Dit water kregen ze door bij een overstroming water vast te houden met reservoirs, dammen en dijkjes. Vanuit daar lopen kanalen en slootjes naar akkers. Dit noem je irrigatielandbouw. Dit onderhouden kost veel werk.

Slide 4 - Tekstslide

Stad en schrift
De landbouw verspreidde zich langzaam vanuit Mesopotamië naar Egypte. Door toenemende droogte verhuisden de boeren naar grote rivieren zoals de Nijl. Dit hele systeem was niet op te zetten door een boer, dus ze zochten elkaars hulp. Boeren gingen in dorpen samenwonen en werken. Zo konden ze snel vooruit. Ze gaan van een nomadische samenleving naar een agrarische samenleving.

Slide 5 - Tekstslide

Stad en schrift
Wanneer er genoeg voedsel was, konden mensen ander werk gaan doen. Er ontstond een agrarische-stedelijke samenleving met arbeidsspecialisatie. Er kwamen meer ambachtslieden en handelaren. Dorp en stadsbewoners kregen meer aanzien en macht. Sommige werden zelfs bestuurders. De uitvoering lieten zijn over aan ambtenaren die de oogst en samenlevingsregels noteren.


Slide 6 - Tekstslide

Stad en schrift
Net als in Mesopotamië werd er hier een schrift ontwikkeld. Dit is het hiërogliefen schrift. Eerst waren dit kleine tekeningen en later werden het tekens. Ze schreven dit eerst op dierenhuid (perkament), maar later op een soort papier van het papyrusriet. Dit schrift werd ingezet om onder andere afspraken te noteren en voorraden bij te houden.  Ook konden er zo geloofsafpraken vastgelegd worden. 



Slide 7 - Tekstslide

Eén onder de farao
Langs de Nijl ontstonden dus steeds meer steden. Deze steden gingen samenwerken en er ontstond een boven-Egypte en een beneden-Egypte. Narmer was de heerser van boven-Egypte en viel benden-Egypte aan en werd koning van het gehele rijk. Hij noemde zichzelf de farao. De gebieden werden zo een staat. 

Slide 8 - Tekstslide

Eén onder de farao
De gebieden werden een eenheidsstaat. Dit houdt in dat ze vanaf 1 plek met dezelfde regels regeren. De farao had verschillende taken: 

1. Hij maakten wetten: zonder de toestemming van de farao werden er geen wetten geaccepteerd. 
2. Hij was de allerhoogste rechter. 
3. Hij was opperbevelhebber van het leger. 
Al deze functies maakt hem de  alleenheerser van Egypte. 

Slide 9 - Tekstslide

De macht van de farao
De macht van de farao werd vooral door zijn eigen familie bedreigd. Als hij zou overlijden, neemt de familie het namelijk over. De farao had voor zijn tegenstanders geen genade. Veel mensen probeerden door vriendjespolitiek in de buurt te komen van de farao.  
Het land werd veel aangevallen door buren, wat er uiteindelijk ook voor zorgde dat de Romeinen het rijk overnamen. 
Ik kan het belang en de inhoud van de functie van de farao uitleggen aan de hand van twee van zijn belangrijke taken.
R7

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Goden, mythen en de farao
De Egyptenaren hadden vroeger een natuurgodsdienst. Zo hadden ze dus voor alle verschijnselen een andere god. Dit noemen we een polytheïstische godsdienst. Het christendom heeft bijvoorbeeld maar 1 god. Dat noemen we een monotheïstische godsdienst.  Over deze goden werden verschillende verhalen geschreven. Dit noemen we Mythen. 

Slide 12 - Tekstslide

Goden, mythen en de farao
De farao had ook een belangrijke rol wat betreft godsdienst. Hij zou de personificatie zijn van god op aarde. Omdat de farao alles zo goed kon regelen, moest hij wel goddelijk zijn. Dit maakt de farao heel machtig. Als je tegen hem in opstand komt, kom je dus in opstand tegen god. 

Slide 13 - Tekstslide

Mummies, leven na de dood
Net als bij de Hunebedbouwers, dachten de Egyptenaren dat je na de dood naar het hiernamaals ging. Om deze redenen begonnen de Egyptenaren ook met het mummificeren. Ook gaven ze grafgiften mee. Dit alles zouden de doden meenemen naar het dodenrijk. 

Slide 14 - Tekstslide



 Waar: Reader
-> Hoofdstuk 5


 Wat: alles

 Wanneer: 15 - 20 minuten

Hoe: Zelf in stilte of met je buurman/buurvrouw zachtjes overleggen.
Klaar? Mij bij je roepen




Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Zelf aan de slag
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide