4.5 keizer napoleon

3.4 keizer Napoleon 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4 keizer Napoleon 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt enkele belangrijke eigenschappen noemen van het bestuur door Napoleon.
  • Je kunt beschrijven hoe Napoleon een Europees rijk veroverde en dat ook weer verloor.
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen Napoleons bestuur voor Nederland had.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video


De Terreur
1793-1794



  • De macht in Frankrijk komt in handen van de radicale revolutionairen.
  • De leider  is Robespierre.
  • Alle tegenstanders werden onthoofd onder de guillotine 

Slide 4 - Tekstslide

Einde Terreur 1794

  • Frankrijk arm en nog steeds in oorlog
  • Hoe nu verder?
  • Willen we een nieuwe koning?
  • Willen we verder met een revolutie? 
  • Men verlangde naar een sterke leider

Slide 5 - Tekstslide

Geef voor elke zin aan wanneer dit gebeurde: onder het bestuur van de gematigden of dat van de radicalen.
A Alleen rijke burgers hebben politieke invloed.
B Koning Lodewijk XVI wordt onthoofd.
C Maximilien de Robespierre heeft de leiding.
D Veel tegenstanders van de regering worden met een guillotine onthoofd.

Slide 6 - Tekstslide

Napoleon
  • Napoleon Bonaparte 
  • geboren op Corsica (1769)
  • generaal in het Leger
  • Daadkrachtig 

Slide 7 - Tekstslide

Napoleon



  • Napoleon is een sterke generaal
  • Hij is succesvol en polulair
  • kon orde op zaken stellen: 1799 staatsgreep
  • In 1804 benoemt hij zichzelf tot keizer

Slide 8 - Tekstslide

Positieve gevolgen
  • Rust en regelmaat
  • Standensamenleving was  voorbij
  • Code Napoléon: Wetboek van Napoleon en alle mensen dezelfde wetten en straffen

Schaft in veroverde gebieden de standenmaatschappij af

Slide 9 - Tekstslide

Negatieve gevolgen

  • Napoleon start een dictatuur (alleenheerschappij)
  • Hij beslist over oorlog en vrede
  • Censuur wordt weer ingevoerd
  • In de wet staat dat iedereen dezelfde grondrechten had

Slide 10 - Tekstslide

De Franse Revolutie wordt een revolutie genoemd, omdat ze leidde tot grote veranderingen in heel Europa. Je kunt beargumenteren dat Napoleon een verdediger was van de revolutie, maar ook dat hij een verrader was van de revolutie. Leg beide meningen uit met een argument. 

Slide 11 - Tekstslide

Maken 
Opdracht 5 op bladzijde 114
Opdracht 3, 4, 5 op bladzijde 134
10 minuten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Napoleon verovert Europa
  • Napoleon wilde de ideeën van de Franse Revolutie verder te verspreiden. 
  • Napoleon verovert grote delen van Europa
  • Het lukte alleen niet om Groot-Brittannië te veroveren. Om dat land te dwarsbomen voerde Napoleon het Continentaal Stelsel in. 
  • Dat was een verbod op alle handel tussen Groot-Brittannië en het Europese vasteland. 

Slide 14 - Tekstslide

Napoleon weet niet van ophouden
Strijd tegen Rusland
  • Tactiek van de 'verschroeide aarde'
  • Honger, ziekte en vooral kou
  • 18.000 van 600.000 soldaten overleven



Slide 15 - Tekstslide

Ondergang Napoleon
  • Toen de Russen weigerden hieraan mee te werken, besloot Napoleon in 1812 Rusland aan te vallen. Die veldtocht werd het begin van zijn ondergang. 

Napoleon definitief verslagen bij Waterloo
  • Verbannen naar het eiland Sint Helena
  • Hier sterft hij in 1821

Slide 16 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij Napoleon's beleid?
A
Adel en geestelijken krijgen voorrechten niet terug
B
Scheiding der machten (regering van meerderen)
C
Een grondwet waar iedereen gelijk is
D
Standensamenleving blijft afgeschaft

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Link

Pauze
5 minuten

Slide 19 - Tekstslide

Napoleon in Nederland

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Maken 
Opdrachtenblad en opdracht 9 uit je WB

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link