1BK/KGT STST 7e ed CH1 Oefentoets

Oefentoets Chapter 1
STST 7e ed.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets Chapter 1
STST 7e ed.

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal :
to imagine
A
zich voorstellen
B
zich vermaken
C
zich vervelen
D
zich benoemen

Slide 2 - Quizvraag

Vertaal:
47
A
seventy-four
B
forty-seven

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal:
attention
A
belangrijk
B
aandacht
C
verhaal
D
bang

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal:
to cycle
A
dragen
B
beugel
C
fietsen
D
wang

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal:
funny
A
leuk
B
aardig
C
grappig
D
irritant

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal:
aunt
A
oom
B
neef
C
nicht
D
tante

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal:
town
A
dorp
B
stadje
C
provincie
D
buurt

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal:
Aangenaam kennis te maken.

Slide 9 - Open vraag

Vertaal:
Hi, ik ben jouw buurvrouw.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal:
Zij zijn mijn ouders.

Slide 11 - Open vraag

Vertaal:
Wanneer ben je jarig?

Slide 12 - Open vraag

Vertaal:
Die jongen met een bril is Sam.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal:
Jane is verlegen maar heel aardig.

Slide 14 - Open vraag

Vertaal:
Die lang man is niet mijn vader. Hij is mijn oom.

Slide 15 - Open vraag

Vul in:
He _____ a tall man.
A
is
B
are
C
am

Slide 16 - Quizvraag

Vul in:
My best friend _______ got a new bike.
A
am
B
have
C
has
D
are

Slide 17 - Quizvraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
Gary _____ (watch) Newsround every day

Slide 18 - Open vraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
My parents ______ (travel) to France by car.

Slide 19 - Open vraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
Lina ______ (study) Italian in the evenings.

Slide 20 - Open vraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
My friends _____ (be) big fans of Ed Sheeran.

Slide 21 - Open vraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
My father ______ (have) a nice car.

Slide 22 - Open vraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
My little sister always _____ (cry) at bedtime.

Slide 23 - Open vraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
Peter ______ (read) a lot of books.

Slide 24 - Open vraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
You _______ (be) a big fan of swimming.

Slide 25 - Open vraag

Vul in de juiste vorm v.h. werkwoord:
Hannah ______ (love) watching romantic films.

Slide 26 - Open vraag

Kies het juiste antwoord:
______ do you live?
A
when
B
where
C
what
D
how

Slide 27 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
_____ is your favourite colour?
A
why
B
what
C
when
D
where

Slide 28 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
______ old are you?
A
why
B
who
C
how
D
which

Slide 29 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
______ shirt do you prefer, black or white?
A
what
B
why
C
where
D
which

Slide 30 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
______ are you late?
A
why
B
where
C
when
D
how

Slide 31 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
_____ are they doing?
A
when
B
what
C
where
D
why

Slide 32 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
______ is my bag?
A
when
B
why
C
how
D
where

Slide 33 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
______ are you so quiet?

A
how
B
when
C
why
D
where

Slide 34 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
_____ coat is yours? The blue one or the red one?
A
what
B
which
C
why
D
how

Slide 35 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
____ want to call ____ tonight.
A
I / her
B
Me / she

Slide 36 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
_____ usually takes _____ to the beach when it's sunny!
A
He / her
B
Him / she

Slide 37 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
Where are my glasses? You are wearing _____!
A
it
B
them

Slide 38 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
Wait for _____! _____ want to come too.
A
us / We
B
we / Us

Slide 39 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
My grandparents aren't here. _____ are on holiday.
A
Them
B
They

Slide 40 - Quizvraag