Thema 2 Hoofdstuk 4 herhaling
1 / 36
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke soort energie gebruiken we het meest in Nederland?
A
Aardolie
B
Steenkool
C
Duurzame energie
D
Aardgas
Slide 3 - Quizvraag
Welke is geen primaire energiebron
A
wind
B
warmtepomp
Slide 4 - Quizvraag
Welke is geen primaire energiebron
A
Aardolie
B
Benzine
Slide 5 - Quizvraag
Welke is een primaire energiebron
A
hout
B
elektriciteit
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn uitputbare bronnen
Slide 7 - Woordweb
Zet de duurzame vormen van energie in de juiste volgorde van veel gebruik in Nederland naar weinig
Veel
Minder
Weinig
Zonne- Energie
Biomassa
Wind energie
Slide 8 - Sleepvraag
Sleep de energiebronnen naar de juiste plaats in het diagram.
4%
11%
38%
42%
Aardgas
Steenkool
Aardolie
Duurzame energie
Slide 9 - Sleepvraag
Voor het vervoer van producten over de wereld is veel energie nodig. Waar komt deze energie vandaan?
Fossiel
Alternatitef
zonne-energie
steenkool
biodiesel
kernenergie
olie
gas
Slide 10 - Sleepvraag
Noem de 2 redenen waarom de vraag naar energie blijft toenemen.
Slide 11 - Open vraag
Waarom wekt Nederland minder elektriciteit op met waterkracht?
A
In Nederland hebben we weinig kennis
B
In Nederland hebben we te weinig rivieren
C
In Nederland hebben we te weinig hoogteverschil
D
Nederland haalt al zijn energie al uit aardgas uit Groningen
Slide 12 - Quizvraag
Hoe worden fossiele brandstoffen ook genoemd?
A
onconventionele energie
B
niet duurzame energie
C
schone energie
D
groene energie
Slide 13 - Quizvraag
geothermische energie is
A
zonne energie
B
windenergie
C
biomassa
D
aardwarmte
Slide 14 - Quizvraag
Hernieuwbare energiebronnen leveren
A
groene energie
B
grijze energie
Slide 15 - Quizvraag
Kernenergie is een vorm van:
A
Duurzame energie
B
Uitputbare energie
C
Fossiele brandstoffen
D
Tussenvorm van energie
Slide 16 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van duurzame ontwikkeling?
A
energie uit aardwarmte
B
kernenergie
C
energie uit getijde
D
energie uit waterstof
Slide 17 - Quizvraag
Energie winnen uit eb en vloed noemen we..
A
Eb en vloed energie
B
Getijdencentrale
C
groene energie
D
hydro-elektriciteit
Slide 18 - Quizvraag
Biomassa is groene energie
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Hoe noem je het verschijnsel dat de temperatuur stijgt door meer CO2 in de lucht?
A
kern energie
B
Broeikaseffect
C
Dampkring
D
Energie
Slide 20 - Quizvraag
wat is de juiste volgorde?
A
energiebron - elektriciteitscentrale- hoogspanningsmast
B
hoogspanningsmast- energie bron- energiecentrale
Slide 21 - Quizvraag
Welke stof wordt gebruikt voor het opwekken van Kern-energie
A
Uranium
B
Calcium
C
Nuclium
D
IJzererts
Slide 22 - Quizvraag
Welke van deze energiebronnen zijn voorbeelden van fossiele energiebronnen?
A
Steenkool
B
Windenergie
C
Aardgas
D
Zonne-energie
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel % van alle energie in Nederland is echt groen?
A
21
B
16
C
6
D
2,2
Slide 24 - Quizvraag
Bekijk de bron
Welke provincie is op basis van deze kaart het meest geschikt om energie op te wekken met behulp van aardwarmte?
Welke provincie is op basis van deze kaart het meest geschikt om energie op te wekken met behulp van aardwarmte?
A
Friesland
B
Groningen
C
Limburg
D
Zeeland
Slide 25 - Quizvraag
Iemand doet twee uitspraken. Welke uitspraak is juist?
I De aardbevingen in Groningen hebben te maken met het opwekken van duurzame energie.
II Sinds 1850 is de temperatuur op aarde ongeveer 8 graden gestegen.
I De aardbevingen in Groningen hebben te maken met het opwekken van duurzame energie.
II Sinds 1850 is de temperatuur op aarde ongeveer 8 graden gestegen.
A
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist
Slide 26 - Quizvraag
Aardgas, aardolie en steenkool zijn voorbeelden van...
A
...fossiele brandstoffen
B
...natuurlijke producten
C
...herbruikbare grondstoffen
D
...metalen
Slide 27 - Quizvraag
Het is heel makkelijk om te voorspellen wanneer de fossiele brandstoffen op zijn
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Waarom is het lastig om te voorspellen wanneer de voorraden fossiele brandstoffen op zijn?
Welk antwoord is niet goed?
A
Dit zijn hernieuwbare energiebronnen
B
Er is een onzekere vraag naar aardolie.
C
Er zijn veel moeilijk winbare voorraden.
D
Er zijn veel nieuw ontdekte voorraden.
Slide 29 - Quizvraag
Bij het inkolingsproces worden plantenresten in miljoenen jaren steenkool. Wat is de juiste volgorde?
A
Veen, bruinkool, turf, steenkool
B
Turf, veen, bruinkool, steenkool
C
Steenkool, bruinkool, turf, veen
D
Veen, turf, bruinkool, steenkool
Slide 30 - Quizvraag
Aardolie is ontstaan uit:
A
Steenkool
B
Plankton
C
Bruinkool
D
Turf
Slide 31 - Quizvraag
We weten dat Nederland ooit rond de evenaar lag door steenkool en aardgas in onze bodem
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quizvraag
Saskia zegt: ‘Bruinkool levert meer energie dan steenkool als je het verbrandt.’
Jeroen zegt: ‘Nee, het is juist andersom: steenkool levert meer energie dan bruinkool.’
Jeroen zegt: ‘Nee, het is juist andersom: steenkool levert meer energie dan bruinkool.’
A
Jeroen
B
Saskia
C
Allebei
D
Allebei niet
Slide 33 - Quizvraag
Het gebruik van energie moet verduurzamen. Hoe noemen we deze overgang?
A
Energie verandering
B
Energie transitie
C
Energie omkering
D
Energie opslag
Slide 34 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met energietransitie?
A
Overgang van duurzame naar fossiele brandstoffen.
B
Het transport van de duurzame energiesoorten.
C
De transitie van waterdamp naar waterdruppels voor energie opwekking.
D
Omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen.
Slide 35 - Quizvraag
Wat was je niet duidelijk en zou je graag meer uitleg over krijgen?
