Code + deel 4 Hoofdstuk 1.3

1.3 Communicatie via reclame
In deze les:
- bespreken we reclames
- leren we over humor in reclames
- Grammatica: de hoofdzin met inversie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

1.3 Communicatie via reclame
In deze les:
- bespreken we reclames
- leren we over humor in reclames
- Grammatica: de hoofdzin met inversie

Slide 1 - Tekstslide

Welke Nederlandse reclames ken je?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Gouden Loekie's
Zoek op Youtube een reclame die genomineerd was voor een Loekie. Wat is er leuk/stom aan de reclame?

Slide 5 - Tekstslide

Humor en Reclame
Lees de tekst Humor en reclame.
Je mag geen telefoon gebruiken, wel een NT2 woordenboek .
Je hebt 20 minuten de tijd.
timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 1. Bij dit onderwerp humor en reclame wordt een belangrijke vraag gesteld waarop de tekst vervolgens zelf antwoord geeft. Welke vraag is dat?

Slide 7 - Open vraag

2. Wat zegt de tekst over het effect van humor op reclames?
A
Humor in reclames is effectief, maar het overtuigt mensen niet van de kwaliteit van het product
B
Humor in reclames is effectief, want het overtuigt mensen om een product te kopen.
C
Humor in reclames is niet effectief, want mensen onthouden een reclame daardoor minder goed.

Slide 8 - Quizvraag

3. In welke zinnen wordt de tekst samengevat? Schrijf de nummers van de zinnen op.

Slide 9 - Open vraag

1. In de vierde alinea worden drie publieksfactoren genoemd die van invloed zijn op het effect van humor. Welke van die drie is niet helemaal zeker?
A
Sekseverschillen (man/vrouw)
B
Culturele verschillen
C
Verschillen in leeftijd en opleiding

Slide 10 - Quizvraag

Vul in: de reclame moet (1).................... trekken en mensen (2).................... van de kwaliteit van een product of merk.

Slide 11 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met 'humor werkt gunstig op het onthouden van de reclameboodschap zelf'?
A
Humor zorgt ervoor dat je je herinnert wat er gebeurt in een reclame.
B
Humor zorgt ervoor dat je een positieve herinnering hebt aan een reclame
C
Humor zorgt ervoor dat je je het product uit de reclame goed herinnert

Slide 12 - Quizvraag

In r. 43-44 staat: 'om effectief te zijn, moeten het merk en de boodschap dus sterker overkomen dan de humor'. Naar welke zin in de derde alinea verwijst deze zin?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

woorden

  • de waardering
  • de tegenstrijdigheid
  • creëren
  • absurd
  • de ironie
  • de overdrijving
  • uitvoeren

woorden

  • gunstig
  • adverteren
  • de context
  • mild
  • de werking
  • de uiting

Slide 15 - Tekstslide

verbindingen
de aandacht trekken
iemand overtuigen van iets
iemand/iets belachelijk maken
iets tot gevolg hebben
onder andere (o.a)
ondergeschikt zijn aan iets/iemand
tot slot

Slide 16 - Tekstslide

Herhaling grammatica
- Hoofdzin met inversie
- Maak de online oefeningen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Vragen over de reclame
  1. Voor welk product wordt in het filmpje reclame gemaakt?
  2. Een tv reclame kan beeld, geluid en tekst gebruiken om een boodschap duidelijk te maken. Wat doen ze?
  3. Kun je voorbeelden geven van non-verbale en verbale humor die in de reclame worden gebruikt?
  4. Is deze reclame gebaseerd op tegenstrijdigheid?
  5. Is in deze reclame de humor minder belangrijk dan de boodschap?
  6. denk je dat deze tv-reclame effectief is?

Slide 19 - Tekstslide

Spreekopdrachten

Slide 20 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Blz 25
Inleveren op teams

Slide 21 - Tekstslide