2.1. Product en 2.2 Productsoort

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
marketingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerken van diensten
Ontastbaarheid: Je kunt het niet vastpakken, diensten hebben geen fysieke eigenschappen
Vergankelijkheid (vooraad is onmogelijk): een dienst is zo lang als deze wordt aangeboden, als je een wasmachine koopt, staat die er over vijf jaar nog. Een dienst is alleen op het moment dat deze wordt geleverd.
Heterogeniteit (moeilijk te standaardiseren):
Omdat diensten zo vergankelijk zijn is het moeilik er een bepaalde standaard voor te maken. Bijb een wasmachine gaat 10 jaar mee en wast x liter per wasbeurt. Het is lastig om een prisjs voor een dienst te bepalen.
Interactieve consumptie (de afnemer produceert ermee): De consument bedenkt en creëert samen opdat moment met het product. Je eigen toppings kiezen bij een ijsje.
Gelijktijdigheid van productie en consumptie (vallen samen):
Je verbruikt ze op het moment dat het gebruikt wordt, docent geef les over marketing (produceert) en de leerling leert daarvan (consumeert)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Cyclus
1. Genereren van ideeën. Het ontstaan van het idee voor het product.
2. Screening: is het idee goed? Is het technische haalbaar?
3. Conceptfase: Hoe moet het product er uit zien? Wat is er anders aan?
4. Kosten-baten analyse: Wat zijn de kosten? Wat gaat het ons leveren?
5. Prototype: Proefmodel van het product
6. Testfase: is het betrouwbaar? Gaat het snel stuk? Werkt het product wel?
7. Lancering: Test geslaagd? Dan kan het product op de markt gezet worden met een passende marketing campagne.

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn de 5 productniveaus van Kotler

Slide 18 - Open vraag

Basisproduct van Kotler
A
Film kijken via je paraplu
B
Paraplu heeft een waterafstotend materiaal
C
Paraplu heeft een Gucci design
D
Je blijft droog omdat je een paraplu gebruikt

Slide 19 - Quizvraag

Generiek product van Kotler
A
Film kijken via je paraplu
B
Paraplu heeft een waterafstotend materiaal
C
Paraplu heeft een Gucci design
D
Je blijft droog omdat je een paraplu gebruikt

Slide 20 - Quizvraag

Aanvullend product van Kotler
A
Film kijken via je paraplu
B
Paraplu heeft een waterafstotend materiaal
C
Paraplu heeft een Gucci design
D
Je blijft droog omdat je een paraplu gebruikt

Slide 21 - Quizvraag

Potentieel product van Kotler
A
Film kijken via je paraplu
B
Paraplu heeft een waterafstotend materiaal
C
Paraplu heeft een Gucci design
D
Je blijft droog omdat je een paraplu gebruikt

Slide 22 - Quizvraag

Waar staan de letters SWOT voor
A
Sterkte - Zwakte- Winst - Groei
B
Sterkte - Zwakte- Kansen - Gokken
C
Sterkte - Zwakte- Kansen - Bedreigingen
D
Sterkte - Gokken- Kansen - Groei

Slide 23 - Quizvraag

Petra en Jill willen een stofzuiger kopen. Ze gaan naar de BCC. Het maakt niet uit welke merk de stofzuiger is, de stofzuiger moet 1500W zijn en zonder een zak.
A
Expressief
B
Instrumenteel

Slide 24 - Quizvraag

Heb je ooit een product Pré ordert!
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Opdracht
1. Duo's
2. Zoek de term productielevenscyclus en adoptieproces op.
3. Kies een product. 10 min
4. Maak een productielevenscyclus van het gekozen product. 10 min

Slide 27 - Tekstslide

Productlevenscyclus - Het verloop van de afzet van een bepaald product in de tijd

Slide 28 - Tekstslide

Introductie
  • Weerstand bij de klant
  • Weinig bekendheid
  • Beperkte distributie
  • Doelgroep: klanten die graag nieuwe, vrij onbekende producten kopen.
  • Kosten hoog, afzet laag, geen/weinig winst

Slide 29 - Tekstslide

Groei
  • Groeifase begint als de allereerste kopers het product opnieuw gaan kopen.
  • Nieuwe kopers + herhalingskopers
  • Hoge kosten maar verkoop stijgt!
  • Winst begint.

Slide 30 - Tekstslide

Volwassenheid
  • De markt groeit, maar gaat langzaam.
  • Kunnen kopieën op de markt komen. Concurrentie!
  • Alle klanten bereikt die je zou kunnen bereiken
  • Kosten dalen, verkoop is goed, winst!

Slide 31 - Tekstslide

Verzadeging
  • Veel concurrentie
  • Iets minder verkoop
  • Veel acties
  • Kosten stabiel, omzet loopt iets terug en daarmee ook de winst
  • Start introductiefase nieuw product.

Slide 32 - Tekstslide

Neergang
  • Niet best 
  • Verkoop loopt terug
  • Teveel nieuwe producten die goedkoper of nieuwer is
  • De vraag neemt af door technologische ontwikkelingen of veranderingen in mode en smaak van de klant
  • Winst daalt

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Adoptieproces
Met een nieuw product zit je dus in de introductiefase. Maar wie zijn dit? Wie zijn de mensen die als eerste een iPhone 12 kopen?


Adoptie = de beslissing van consumenten om een nieuw product te accepteren, door het aan te schaffen en te blijven gebruiken.

Slide 36 - Tekstslide

Innovators
De trendsetters die als eersten een nieuw product zullen kopen

Slide 37 - Tekstslide

Early Adopters
Gevoelig voor trends, volgen nieuwe ontwikkelingen op de markt en zullen meestal de innovators snel volgen.

Slide 38 - Tekstslide

Early Majority
Gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen, maar lopen zeker niet voorop als het gaat om accepteren van nieuwe producten.

Slide 39 - Tekstslide

Late Majority
Niet echt gevoelig voor nieuwigheden

Slide 40 - Tekstslide

Laggards
Zeer terughoudend als het gaat om nieuwe producten.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Indeling van goederen naar vraag
Er is geen relatie tussen 2 producten. 

Als de vraag naar zout stijgt dan zullen de consumenten niet minder bier drinken.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide