In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom CH1TA!
§4 Alinea's en kernzinnen
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij.
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Lesprogramma
§ 4 Alinea's en kernzinnen - Meer dan lezen
1. Lezen
2. Kennis opfrissen d.m.v. stellingen
3. Uitleg: alinea's en kernzinnen
4. Samen oefenen
5. Zelfstandig aan het werk
Slide 2 - Tekstslide
Je kunt de kernzinnen van alinea's bepalen.
Je kunt een alinea schrijven met een duidelijke kernzin.
Lesdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Lezen
Tien minuten
timer
6:00
Slide 4 - Tekstslide
De hoofdgedachte is hetzelfde als het onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte is...
A
De hoofdgedachte is een of enkele woorden, het onderwerp is een zin.
B
Het onderwerp is een of enkele woorden, de hoofdgedachte is een zin.
C
De hoofdgedachte is de kernzin, het onderwerp niet.
D
De hoofdgedachte komt in elke tekst voor en het onderwerp niet.
Slide 6 - Quizvraag
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
Staat de hoofdgedachte van een tekst altijd letterlijk in de tekst?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Onderwerp en hoofdgedachte: Wat is een deelonderwerp?
A
Samenvatting van één alinea
B
Een voorbeeld uit de inleiding
C
De laatste zin van een alinea
D
Onderwerp van één alinea
Slide 8 - Quizvraag
Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?
A
Door de tekst oriënterend te lezen
B
Door de tekst precies te lezen
C
Door de titel en de inleiding te bekijken
D
Door te kijken naar de deelonderwerpen
Slide 9 - Quizvraag
Geef aan of deze zin een hoofdgedachte of onderwerp is: De belasting op vliegtickets moet omhoog.
A
Hoofdgedachte
B
Onderwerp
Slide 10 - Quizvraag
Gaat het in onderstaande zin om een hoofdgedachte of een onderwerp? Franse kazen en Duitse worsten.
A
Hoofdgedachte
B
Onderwerp
Slide 11 - Quizvraag
Onderwerp en hoofdgedachte: Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS
C
Doden in China
D
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Wetenschappers in Schotland hebben iets onderzocht.
B
Er is iets bijzonders gebeurd op het Schotse eiland Skye.
C
Aan de Schotse kust zijn honderden pootafdrukken van dino's gevonden.
D
De pootafdrukken van dinosaurussen zijn 170 miljoen jaar oud.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 14 - Quizvraag
Alinea's en kernzinnen
Meer dan lezen §4. Bladzijde 30-31
Slide 15 - Tekstslide
Alinea's en kernzinnen
Teksten zijn verdeeld in alinea's. Een alineabestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde gaan.
"Alinea: wordt vaak afgekort als "al."
In een schooltekst staan vaak alineanummers voor een nieuwe alinea. In een krant of boek niet!
Slide 16 - Tekstslide
Alinea's en kernzinnen
De belangrijkste informatie uit een alinea staat in de kernzin.
Dat is meestal de eerste zin en soms de laatste. In de rest van de alinea staat dan vaak meer informatie of voorbeelden.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeld
(1) Het begint met gekibbel en het eindigt met grof geweld. Ruziemaken met hun broer of zus kunnen kinderen als de besten. Alle wapens zijn toegestaan: krabben, huilen, stampen, slaan en schreeuwen in alle toonhoogten. Het lijkt wel oorlog. Toch kan een half uur later de vrede zomaar weer getekend zijn.
Slide 18 - Tekstslide
Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak
Slide 19 - Quizvraag
Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Nadere uitleg of voorbeelden
Slide 20 - Sleepvraag
Daarvoor kun je het beste op tijd beginnen met het leren van de moeilijke woorden en het huiswerk voor leesvaardigheid keurig bijhouden. Daarnaast is veel (online) oefenen met spelling aan te raden.
Sleep het woord 'kernzin' naar de kernzin van bovenstaande alinea. Sleep het woord 'bijzaak' naar de bijzaak in bovenstaande alinea.
Als je een voldoende wilt halen voor de eindtoets, moet je je goed voorbereiden.
Zo kun je gratis oefenen via cambiumned.nl.
Kernzin
Bijzaak
Slide 21 - Sleepvraag
ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak opdracht 1+2 (blz.30). We kijken klassikaal na.
Hoe:
- Lees eerst de tekst precies.
- Lees de vragen en zet de antwoorden in je schrift.
Hulp:
Je mag samenwerken met je buurman of buurvrouw. Komen jullie er niet uit? Steek dan je hand op.