,

18122024 alinea's en kernzinnen

Nederlands - V1/P1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - V1/P1

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 

Slide 2 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Lesprogramma
Cursus 1 - Meer dan lezen
1. Boekpresentatie en vrij lezen
2. Huiswerk nakijken
3. Uitleg: alinea's en kernzinnen
4. Samen oefenen
5. Zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk: opdr. 8, p. 26 (tekst 6)
"Diepvriesspinazie: viezer dan vies!"

Slide 4 - Tekstslide

  • Je kunt de kernzinnen van alinea's bepalen.
  • Je kunt een alinea schrijven met een duidelijke kernzin.
Lesdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de vijf tekstdoelen?

Slide 7 - Open vraag

Noem een tekstsoort die tot doel heeft jou te activeren.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van een tekst waarbij de schrijver je wil vermaken?
A
amuseren
B
activeren
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een opinie in de krant?
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een montagehandleiding en welk tekstdoel heeft dit?

Slide 11 - Open vraag

Alinea's en kernzinnen
Meer dan lezen §4. Bladzijde 30-31

Slide 12 - Tekstslide

Alinea's en kernzinnen
Teksten zijn verdeeld in alinea's. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde gaan. 
"Alinea: wordt vaak afgekort als "al." In een schooltekst staan vaak alineanummers voor een nieuwe alinea. In een krant of boek niet!

Slide 13 - Tekstslide

Alinea's en kernzinnen
De belangrijkste informatie uit een alinea staat in de kernzin. Dat is meestal de eerste zin en soms de laatste. In de rest van de alinea staat dan vaak meer informatie of voorbeelden.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
(1) Het begint met gekibbel en het eindigt met grof geweld. Ruziemaken met hun broer of zus kunnen kinderen als de besten. Alle wapens zijn toegestaan: krabben, huilen, stampen, slaan en schreeuwen in alle toonhoogten. Het lijkt wel oorlog. Toch kan een half uur later de vrede zomaar weer getekend zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak

Slide 16 - Quizvraag

Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Nadere uitleg of voorbeelden

Slide 17 - Sleepvraag

Daarvoor kun je het beste op tijd beginnen met het leren van de moeilijke woorden en het huiswerk voor leesvaardigheid keurig bijhouden. Daarnaast is veel (online) oefenen met spelling aan te raden.
Sleep het woord 'kernzin' naar de kernzin van bovenstaande alinea. Sleep het woord 'bijzaak' naar de bijzaak in bovenstaande alinea.
Als je een voldoende wilt halen voor de eindtoets, moet je je goed voorbereiden. 
Zo kun je gratis oefenen via cambiumned.nl.
kernzin
bijzaak

Slide 18 - Sleepvraag

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak opdracht 1+2 (blz.30).
We kijken klassikaal na.

Hoe:
- Lees eerst de tekst precies.
- Lees de vragen en zet de antwoorden in je schrift.

Klaar:
Maak opdracht 3+4 (blz. 31)

timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Plenda
Woe 8 januari: 
NL(M): p. 30-31, opdr. 1, 2, 3 en 4

Slide 20 - Tekstslide

  • Je weet nu wat de kenmerken van een alinea zijn;
  • Je kunt nu de kernzin van een alinea bepalen.
Lesdoelen behaald?

Slide 21 - Tekstslide

Waaraan kun je een alinea herkennen?

Slide 22 - Woordweb

Omschrijf in je eigen woorden wat een kernzin in.

Slide 23 - Open vraag