Via Vervolg - T2 - H6 - Gedichten

Via Vervolg
Thema 2:
Eten en drinken

Hoofdstuk 6:
Gedichten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NwederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

Via Vervolg
Thema 2:
Eten en drinken

Hoofdstuk 6:
Gedichten

Slide 1 - Tekstslide

Poëzie
Poezie is de kunst van het dichten.

Slide 2 - Tekstslide

Dichten
Dichten betekent het maken van gedichten. In een gedicht gebruikt een schrijver meestal korte zinnen. De korte zinnen vertellen samen een verhaal. De korte zinnen in een gedicht noem je versregels. In een gedicht kun je over van alles schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Strofe
Soms bestaat een gedicht uit groepjes van één of meer versregels die door witregels zijn gescheiden. 

Een groepje van één of meer versregels noem je een strofe

Slide 4 - Tekstslide

Rijm
Sommige gedichten zijn op rijm geschreven. Rijm betekent dat bepaalde woorden of woordgroepen dezelfde klank hebben.
bereiden - snijden
serveren - proberen
voeren - boeren

Slide 5 - Tekstslide

Beginrijm
Rijmwoorden kunnen aan het begin van een versregel staan. Beginrijm betekent dat het rijmwoord steeds aan het begin van een versregel staat. 
Lopend...
Hopend...
mijn....
zijn...

Slide 6 - Tekstslide

Beginrijm
Beginrijm kan ook betekenen dat de medeklinkers van bepaalde woorden een gelijke beginklank hebben. Deze vorm van beginrijm heet alliteratie

Bijvoorbeeld: Lotte Leerde Liesje Lopen Langs de Lange Lindelaan.
Bijvoorbeeld: De Kat Krabt de Krullen van de trap. 

Slide 7 - Tekstslide

Eindrijm
Eindrijm betekent dat het rijmwoord aan het einde van een versregel staat. 
.....knol.
....vol.
....rust.
....lust.

Slide 8 - Tekstslide

Elfje
Een gedicht hoeft niet te rijmen. Het Elfje is daar een voorbeeld van. Een Elfje is een gedicht dat meestal niet rijmt. Een Elfje bestaat altijd uit 11 woorden, verdeeld over 5 regels. 

Slide 9 - Tekstslide

Elfje voorbeeld
Elfje: 11 woorden, verdeeld over 5 regels:

Groen
knapperig kooltje
vanuit de pan
eet ik jou op
spruitje

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten 1 t/m 6 in je boek
blz. 170-181

Bij opdracht 6 hoef je het gedicht niet te maken. 

Slide 11 - Tekstslide