Dichten betekent het maken van gedichten. In een gedicht gebruikt een schrijver meestal korte zinnen. De korte zinnen vertellen samen een verhaal. De korte zinnen in een gedicht noem je vuistregels. In een gedicht kun je over van alles schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Strofe
Soms bestaat een gedicht uit groepjes van één of meer versregels die door witregels zijn gescheiden. Een groepje van één of meer versregels noem je een strofe.
Zie blz. 172 (het voorbeeld)
Slide 4 - Tekstslide
Rijm
Sommige gedichten zijn op rijm geschreven. Rijm betekent dat bepaalde woorden of woordgroepen dezelfde klank hebben.
bereiden - snijden
serveren - proberen
voeren - boeren
Slide 5 - Tekstslide
Beginrijm
Rijmwoorden kunnen aan het begin van een versregel staan. Beginrijm betekent dat het rijmwoord steeds aan het begin van een versregel staat.
Lopend...
Hopend...
mijn....
zijn...
Slide 6 - Tekstslide
Beginrijm
Beginrijm kan ook betekenen dat de medeklinkers van bepaalde woorden een gelijke beginklank hebben. Deze vorm van beginrijm heet alliteratie.
Vb. Lente Leerde Lopen Langs de Lange Lindelaan.
Vb. De Kat Krabt de Krullen van de trap.
Slide 7 - Tekstslide
Eindrijm
Eindrijm betekent dat het rijmwoord aan het einde van een versregel staat.
.....knol.
....vol.
....rust.
....lust.
Slide 8 - Tekstslide
Elfje
Een gedicht hoeft niet te rijmen. Het Elfje is daar een voorbeeld van. Een Elfje is een gedicht dat meestal niet rijmt. Een Elfje bestaat altijd uit 11 woorden, verdeeld over 5 regels.