2023 CSE-voorbereiding

Welkom H5e -> 6 april! 
2e uur
CSE-voorbereiding 
  • Maak de zeven vragen bij de oefenset examenvragen                                                                                                             
3e uur
CSE-voorbereiding 
  • Time Out 
  • Lees uit het rode boekje tekst 1, 2 en 3 en maak vraag 1 t/m 33                                                                                          


1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 52 slides, met tekstslides en 18 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom H5e -> 6 april! 
2e uur
CSE-voorbereiding 
  • Maak de zeven vragen bij de oefenset examenvragen                                                                                                             
3e uur
CSE-voorbereiding 
  • Time Out 
  • Lees uit het rode boekje tekst 1, 2 en 3 en maak vraag 1 t/m 33                                                                                          


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Welkom H5e -> 23 februari! 

Vragen bij fragment radio 1 

1. Er is veel kritiek op de regering in Turkije. Op welke twee zaken richt die kritiek zich?
2. Mitra Nazar noemt Turkije een gepolariseerd land. Wanneer is een land gepolariseerd? Zoek de betekenis eventueel op.


Slide 4 - Tekstslide

Welkom H5 - 21 maart! 
6e uur
Voorbereiding CSE
  • Maken vraag 1 t/m 7 bij bron 1 t/m 5 
  • Lever jouw complete antwoorden in bij mij

7e uur
Lezen / CSE 
  • Bereid je mondeling voor 
  • Lees recensies / samenvattingen


Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke termen voor mondeling
Motto: raadselachtig citaat waarmee de auteur een hint geeft voor de interpretatie van zijn/haar boek
Opdracht: aan wie is het boek opgedragen? 
Novelle: lang verhaal maar korter dan een roman (90-100 pagina's) 
Namen van personages: let op speaking names: naam van het personage heeft dan extra betekenis. Vb: Isabella Aimable / Juffrouw van Naslaan
Vertelperspectief: vanuit wie / wat wordt het verhaal verteld? Wat valt daaraan op? Hoe beïnvloedt dit het verhaal? 

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijke termen voor mondeling
Ruimte / tijd: waar speelt het verhaal zich af en wanneer? 
Motieven: iets (voorwerp / verschijnsel / gebeurtenis) dat meerdere malen in een verhaal terugkeert en een meer dan gewone (symbolische) betekenis heeft. Vb: foto / dobbelsteen / eendje / de dooi van het ijs  
round character: personage maakt een belangrijke ontwikkeling door
flat character: maakt weinig tot geen ontwikkeling door
type: staat in het teken van één menselijke eigenschap (vb: de kwade heks) 

Slide 7 - Tekstslide

Belangrijke termen voor mondeling
Titel: leg de betekenis van de titel uit. Let op: titel kan vaak op meerdere manieren worden uitgelegd.  
Autobiografische elementen: de auteur heeft gebeurtenissen uit zijn eigen leven verwerkt in het verhaal 
structuur / opbouw van het verhaal: hoe is het verhaal opgebouwd? Namen van hoofdstukken / aantal hoofdstukken / geen hoofdstukken etc. 
Thema: waar draait het in dit boek om? ZIjn er overeenkomsten / verschillen te zien qua thematiek met je andere boeken? 

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijke tips voor mondeling
- Zorg dat er in de geprinte versies van je literatuurlijst en de literatuuropdracht geen spelfouten staan 
-Leg verbanden tussen je boeken (tijd waarin verhalen zich afspelen/ personages / andere overeenkomsten etc.)
- Lees ter voorbereiding recensies / uittreksels van de boeken op je lijst 
- Niet doen: kauwgum in je mond / zaken uitschrijven op papier
- Wel doen: een aantal van de door jou gelezen boeken meenemen en goed slapen vooraf 

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijke tips voor mondeling
- Ga naar de bieb en zoek de door jou gelezen boeken: inventariseer de opdrachten / motto's en lees de eerste en laatste pagina van ieder boek opnieuw

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijke websites voor mondeling
Websites: 
recensies: http://literom.nbdbiblion.nl/

uittreksels: https://scholen.uittrekselbank.nbdbiblion.nl/

Slide 11 - Tekstslide

Welkom H5e - 7 maart! 
6e uur
Lezen
Lees in je leesboek
Schrijven
Werk verder aan je balansverslag (inleveren definitief: 8 maart 23.45)

7e uur 
Bespreken toets leesvaardigheid 


Slide 12 - Tekstslide

Welkom H5e -> 23 februari! 
Luisterfragment  // Vragen // Stichting Het vergeten kind 
1. Ervaringsdeskundige Moësha Maddi valt soms even stil als ze in het begin haar verhaal vertelt. Waarom gebeurt dat, denk je?

2. Nicoline den Ouden vertelt dat er altijd geprobeerd wordt om een kind thuis te laten wonen. Soms kan er echter geen oplossing gevonden worden. Dan beslist een rechter of een kind thuis kan blijven wonen of niet. Wat vind je daarvan?

3. Nicoline den Ouden spreekt over opgroeien in een ‘ander thuis’? Welke drie voorbeelden van zo’n ander thuis noemt zij? 


Slide 13 - Tekstslide

Welkom H5a -> 22 februari! 
Luisterfragment  // Vragen 

4. Waarom is er extra aandacht voor jongeren die wonen op groepen?

5. ‘Als je in de Jeugdzorg opgroeit, sta je met 10-0 achter,’ zegt Nicoline den Ouden (8:15 – 8.25). Wat bedoelt zij met deze uitspraak in de context van haar verhaal? 



Slide 14 - Tekstslide

Nieuwe vragen bij examens en tips
havo en vwo examens Nederlands

Drogredenen uitleggen
Framing en teksttoon
Tabellen toepassen

Slide 15 - Tekstslide

Welkom H5a -> 12 april 


  • Vul in: formulier voor de dekaan 

  • Bespreken antwoorden testvragen aan de hand van filmpje                                                              V

  • Uitleg bij type havo-examenvragen-> LessonUp 




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Drogredenen

In de vraag wordt de drogreden genoemd.
Vanuit de tekst moet je uitleggen 
wanneer je het kunt zien als drogreden en
wanneer het wel kan als goede argumentatiestructuur

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Toon van de tekst
Er kan ook gevraagd worden naar de manier waarop de schrijver de tekst heeft geschreven.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Framing
Een mogelijk nieuw onderdeel is framing
Met woorden probeert de schrijver een kader of frame te gebruiken waardoor het publiek een bepaalde kijk krijgt op een onderwerp.
Je beschrijft iets op een subjectieve manier.

Slide 23 - Tekstslide

Framing: hoe?
Vaak met behulp van beeldspraak: vergelijking of metafoor
Denk aan: hyperbool, eufemisme 
Drogredenen zoals vals dilemma
Neologismen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Basis in 1981

Slide 27 - Tekstslide

Twee vormen 

Slide 28 - Tekstslide

Reactie publiek op framing

Slide 29 - Tekstslide

Andere voorbeelden
linkse hobby's voor kunst, cultuur en ontwikkelingshulp

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeelden uit de reclame

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeeld 2

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeeld 3

Slide 33 - Tekstslide

Woordgebruik bij framing

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Argumentvragen vwo

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Argumentatie
Invullen van een schema

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Hoofdgedachte vinden

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Strekking van de tekst vwo

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Samenvattingsvraag vwo

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Tekstsoort typeren vwo

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Slide 51 - Video

Slide 52 - Video