Word Order les 16 f eb


Word Order
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Word Order

Slide 1 - Tekstslide

Woordvolgorde + bijwoorden van frequentie

Slide 2 - Tekstslide

Normale volgorde
Wie + doet + (met) wie/wat + waar + wanneer

1) Davy does his homemwork together with Dani at home on Tuesday.

2) Rosalie and Sanne read their books in the English lesson on Fridays.

Slide 3 - Tekstslide

Choose the correct sentence:
A
I do my homework every Tuesday at school.
B
I do my homework at school every Tuesday.

Slide 4 - Quizvraag

Choose the correct sentence:
A
She reads her book at home every day.
B
She reads her book every day at home.

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal de zin:
Hij heeft op maandag een toets.

Slide 6 - Open vraag

Translate the sentence:
Mijn broer speelt op Zondag Fortnite.

Slide 7 - Open vraag

Translate:
Jimmy kust iedere dag zijn vriendin.

Slide 8 - Open vraag

Bijwoorden van tijd
always, never, often, sometimes, regularly, usually, etc.

Komen altijd vóór het hoofdwerkwoord te staan
He always finishes work late.
She does not often do her homework.

Maar altijd achter de vorm van to be
He is never late to class.

Slide 9 - Tekstslide

Choose the correct sentence:
A
She is always late.
B
She always is late.

Slide 10 - Quizvraag

Choose the correct sentence:
A
He works often at home.
B
He often works at home.

Slide 11 - Quizvraag

Choose the correct sentence:
A
They never do their homework.
B
They do never their homework.

Slide 12 - Quizvraag

Translate the sentence:
Ik ga altijd naar school op maandag.

Slide 13 - Open vraag

Translate:
James doet nooit zijn huiswerk op woensdag.

Slide 14 - Open vraag

Translate:
Wij gaan soms naar de bioscoop.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide