Havo 3 H3 §1 Sparen en verzekeren

Paragraaf 1
Sparen en verzekeren
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1
Sparen en verzekeren

Slide 1 - Tekstslide

Programma




Uitleg Sparen en verzekeren met LessonUp
Opgaven maken H3 §1 
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je kunt toelichten waarom mensen sparen
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente
  • Je kunt uitleggen waarom mensen zich verzekeren

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Spaarmotieven
  • Voor een doel (bv. voor een grote uitgave)
  • Uit voorzorg (bv. voor wanneer er iets kapot gaat)
  • Voor de rente (om iets te verdienen)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is rente?

Slide 7 - Woordweb

Rente
De vergoeding voor lenen.
Je betaalt rente als je geld leent van iemand.
Je krijgt rente als je geld uitleent aan iemand.

Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudige rente
  • € 1000 op een spaarrekening, je krijgt 5% rente
  • Hoeveel rente krijg je dan na 1 jaar?
  • Bij enkelvoudige rente, wordt die rente overgemaakt naar jouw gewone rekening, die € 50 blijft niet op jouw spaarrekening staan.
  • Hoeveel rente krijg je dan het 2e jaar?
  • Weer 0,05 x 1000 = € 50 rente

Slide 9 - Tekstslide

Samengestelde rente
  • € 1000 op een spaarrekening, je krijgt 5% rente
  • Hoeveel rente krijg je dan na 1 jaar?
  • Bij samengestelde rente, blijft die rente wel op jouw spaarrekening staan. Die komt dus bij jouw spaargeld.
  • Hoeveel rente krijg je dan het 2e jaar?
  • Nu 0,05 x 1050 = € 52,50 rente
  • € 2,50 meer (dat is 5% over die € 50 rente: rente over rente)

Slide 10 - Tekstslide

In formule
  • na 1 jaar: € 1000 x 1,05 = € 1050,-
  • Daarvan is rente: 1050 - 1000 = € 50,-
  • na 2 jaar: € 1050 x 1,05 = € 1102,50
  • Daarvan is rente: 1102,50 - 1000 = € 102,50
  • (50 van het 1e jaar + 52,50 van het 2e jaar)
  • Formule: bedrag x (1 + i)n (rente 5% => i = 0,05)

Slide 11 - Tekstslide

Iemand spaart drie jaar lang € 20.000 op een spaarrekening voor 2 % enkelvoudige rente. Rente na 1 jaar?
A
€ 200
B
€ 400
C
€ 600
D
€ 1200

Slide 12 - Quizvraag

Iemand spaart drie jaar lang € 20.000 op een spaarrekening voor 2 % enkelvoudige rente. Rente na 3 jaar?
A
€ 1200
B
€ 200
C
€ 600
D
€ 400

Slide 13 - Quizvraag

Iemand spaart drie jaar lang € 20.000 op een spaarrekening voor 2 % samengestelde rente. Rente na 1 jaar?
A
€ 200
B
€ 400
C
€ 600
D
€ 1200

Slide 14 - Quizvraag

Iemand spaart drie jaar lang € 20.000 op een spaarrekening voor 2 % samengestelde rente. Rente na 3 jaar?
A
€ 1200
B
meer dan € 1200
C
minder dan € 1200

Slide 15 - Quizvraag

€ 20.000 drie jaar sparen tegen 2% enkelvoudige rente pj.
Wat is de eindwaarde na 3 jaar?
A
€ 20.000
B
€ 20.400
C
€ 21.200
D
€ 22.000

Slide 16 - Quizvraag

€ 20.000 drie jaar sparen tegen 2% samengestelde rente pj.
Wat is de eindwaarde na 3 jaar?
A
€ 20.000
B
€ 20.000 x 1.02
C
€ 20.000 x 1.03^2
D
€ 20.000 x 1.02^3

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht



Opgaven 3 (van H3 §1, blz 79) maken

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg
Groep van 200 mensen met scooter van € 2.000, 5 daarvan worden waarschijnlijk gestolen.
  • Wat is de verwachte schade voor de hele groep?
  • De groep besluit het risico samen te dragen, wat betaalt ieder?
  • Verzekeringspremie is totale risico / aantal mensen: 5 x 2.000 = € 10.000 / 200 mensen = 50 premie per persoon

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht



Opgaven 6 klassikaal bespreken.

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je kunt toelichten waarom mensen sparen
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente
  • Je kunt uitleggen waarom mensen zich verzekeren

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk



Opgaven 1 t/m 9 (van H3 §1) maken

Slide 23 - Tekstslide