Snijplanken keuken

Hygiëne in de keuken
Snijplanken
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hygiëne in de keuken
Snijplanken

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
Je kan 6 kleuren snijplanken benoemen met bij elke plank 3 product dat je op die plank moet snijden.

Je kan benoemen waarom we in de keuken verschillende snijplanken gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Wij hebben thuis:
A
1 snijplank
B
Verschillende kleuren snijplanken
C
2 snijplanken
D
Weet niet of we snijplanken hebben

Slide 3 - Quizvraag

Welke kleuren snijplanken ken jij?

Slide 4 - Open vraag

In de professionele keuken 



6 kleuren snijplanken

Slide 5 - Tekstslide

Waarom hebben we 6 kleuren snijplanken?
A
Iets met hygiene
B
Staat vrolijk in de keuken
C
Met veel kleuren weet je welke je als laatste vies hebt gemaakt
D
geen idee

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video


                                     =

 
                                     =


 
                                          =

 
                                    =



                                          =


                                      =

Slide 8 - Tekstslide

Waar gebruik je de blauwe plank voor?
A
Vlees
B
Groente
C
Vis
D
Fruit

Slide 9 - Quizvraag

Waar gebruik je de bruine plank voor?
A
Gegaard vis
B
Gegaard vlees
C
Gestoomde groente
D
Vlees

Slide 10 - Quizvraag

Waar gebruik je de groene plank voor?
A
groente en vlees
B
fruit en groente
C
brood en kaas
D
groente en eieren

Slide 11 - Quizvraag

Waar gebruik je de gele plank voor?
A
kip
B
ei
C
kaas
D
meloen

Slide 12 - Quizvraag

Waar gebruik je de rode plank voor?
A
Rauw vlees
B
Gebraden vlees
C
Groente
D
Vis

Slide 13 - Quizvraag

Een witte snijplank is voor kaas, brood en zuivel
A
waar
B
niet waar
C
maakt niets uit
D
waar, maar niet voor brood

Slide 14 - Quizvraag

Praktijk opdracht
Leg de producten bij de juiste planken.

Slide 15 - Tekstslide

Voor het schillen van fruit gebruik je
A
een groot mes
B
een lang smal mes
C
een aardappelschil mes
D
een office mes

Slide 16 - Quizvraag

Met welke doek hoor je de vaat af te drogen?
A
Handdoek
B
Werkdoek
C
Vaatdoek
D
Theedoek

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor mes is dit?
A
vleesmes
B
groente mes
C
broodmes
D
schilmes

Slide 18 - Quizvraag

Wat is dit voor een doek?
A
Vaatdoek
B
Werkdoek
C
Theedoek
D
Handdoek

Slide 19 - Quizvraag

Wat is dit voor een doek?
A
Theedoek
B
Werkdoek
C
Handdoek
D
Vaatdoek

Slide 20 - Quizvraag

Wat is dit voor een doek?

A
Werkdoek
B
Theedoek
C
Handdoek
D
Vaatdoek

Slide 21 - Quizvraag

Waarom starten we met handen wassen voordat we beginnen met koken?

Slide 22 - Open vraag

Zet in de juiste volgorde als je begint te werken in de keuken :
ingrediënten pakken, recept lezen, handen wassen,
schort omdoen

Slide 23 - Open vraag

Wat voor mes is dit?
A
schilmesje
B
office mes
C
broodmes
D
vleesmes

Slide 24 - Quizvraag

Waar gebruik je dit voor?

Slide 25 - Open vraag

Waarvoor dient het?
1. theedoek 2. handdoek 3. vaatdoek

Slide 26 - Open vraag

Waarom moeten lange haren in een staart
A
Veiligheid
B
Hygiëne
C
Netheid
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 27 - Quizvraag

Noem 4 onderdelen van het afwassen in de goede volgorde

Slide 28 - Open vraag

Wat is het nut van voorspoelen
A
Hygiënischer, wordt het afwaswater niet zo vies,
B
Dan kun je sneller werken
C
Dat is nergens voor nodig
D
Niet doen, dat kost teveel water

Slide 29 - Quizvraag

Waarom moet je goed afdrogen
A
Anders plakt alles aan elkaar
B
Anders krijg je bacteriewerking
C
Anders trekken de glazen vacuüm
D
Alle 3 antwoorden zijn goed

Slide 30 - Quizvraag