In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
SE Voorbereiding Hst 1 par 7 t/m 10
Het verschil tussen voedsel en handelsgewassen kennen en verklaren
Voedsel schaalniveau van mondiaal naar regionaal toepassen en gebruiken.
Complementariteit en transporteerbaarheid aan verschillende landen toepassen.
De overheidsmaatregelen van de voedselzekerheid (o.a. draagkracht in landbouwgebied te verhogen) kennen en toepassen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is verschil tussen voedselgewassen en handelsgewassen?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Verbind het voorbeeld aan de juiste term uit theorie van Ulman
Slide 5 - Tekstslide
Indonesië importeert vooral rijst uit het dichtbijgelegen Maleisië
Nederland produceert kaas, Ghana chocola.
Tussen Nigeria en Tunesië, die gescheiden zijn door de Sahara, is niet veel handel.
geen tussenliggende mogelijkheden
complementariteit
transporteerbaarheid
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Rond de hoofdstad van Ethiopië is de voedselvoorziening voldoende.
In de rest van het land vaak niet.
Verklaar de regionale verschillen in bv. Ethiopië met behulp van de Theorie van Ullman.
Slide 8 - Tekstslide
Verklaar de regionale verschillen in bv. Ethiopië met behulp van de Theorie van Ullman.
Ontbreken koopkrachtige vraag
Vervoer is te gecompliceerd
Tussenliggende mogelijkheden (export) voor de handelaar
Slide 9 - Tekstslide
Wat gaan wij doen?
Lees par. 1.7 + maak opdr (online of werkboek)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Voorkennis activeren
Op welk niveau kans op voedsel te kort groter zou zijn? Denk aan theorie van Ullman.
-wereldniveau
-continentaal niveau
-regionaal niveau
Slide 13 - Tekstslide
Op welk niveau kans op voedsel te kort groter zou zijn?
A
-wereldniveau
B
-continentaal niveau
C
-regionaal niveau
Slide 14 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Op mondiaal schaalniveau is er sprake van een tekort aan voedsel.
B
Bij een voedselcrisis is er sprake van regionaal stijgende prijzen.
C
Op regionaal schaalniveau is er in sommige landen een tekort aan voedsel.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Doordat men droogteresistente landbouwgewassen kruiste met hoog opbrengende gewassen, steeg de voedselproductie.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Paul R. Ehrlich, een Amerikaanse bioloog, bedacht in 1968 de volgende formule: I = P • A • T P is het bevolkingsaantal, A is de welvaart, T is stand van de technologie. Wat is I volgens jou?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
Wat gaan wij doen?
Lees par. 1.8 + maak opdr. (online of werkboek)
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Voorkennis activeren
Welke maatregel kan een overheid van een arm land het best nemen om de draagkracht van een landbouwgebied te verhogen?
Slide 28 - Tekstslide
Welke maatregel kan een overheid van een arm land het best nemen om de draagkracht van een landbouwgebied te verhogen?
A
een verbod op het kappen van bomen
B
welvaartsverhoging door minder belastingheffing
C
investeren in de infrastructuur van rurale gebieden
D
scholing van de beroepsbevolking
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Verklaar vanuit de natuurlijke omstandigheden waarom de ondervoeding in aride en savanne gebieden ernstiger is. Gebruik: klimaat – temperatuur – neerslag - plantengroei Geef in je antwoord een oorzaak-gevolgrelatie.
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Welke relatie (relatie van oorzaak en gevolg) is er tussen analfabetisme en ondervoeding? Geef antwoord met een hoe-hoe zin. Noem een voorbeeld.
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
In arme landen landshervorming is een moeizaam proces. Geef een verklaring voor.