Les 2 H1 vraag en begin H2 VWO

Economie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Korte herhaling vorige les
  • Hypotheekrente
  • Opdracht hoofdstuk 1
  • Begin maken hoofdstuk 2
  • Beginnen opdrachten hoofdstuk 2

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud vorige les
  • Relatie vraag en prijs
  • De 5 factoren die van invloed zijn op de prijs
  • Prijselasticiteit
  • Inkomenselasticiteit
  • Inferieure, noodzakelijk en luxe goederen

Slide 3 - Tekstslide

Maak een verband tussen dit nieuwsbericht en de huizenprijzen

Doe dit op een manier waar je de volledige punten voor krijgt op een examen

Slide 4 - Tekstslide

Verband dalende inflatie en huizenprijzen

Slide 5 - Open vraag

Belangrijke punten nog uit H1
  • Giffengoederen: sprake van een positieve prijselasticiteit

  •  kruislingse prijselasticiteit: Wat is de vraagverandering van het ene product ten opzichte van de prijsverandering van het andere product? (complementair of substitueerbaar?)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht bespreken

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: het aanbod

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer daalt de prijs van een product, ten opzichte van het aanbod?
A
Wanneer het aanbod daalt, daalt de prijs
B
Wanneer het aanbod stijgt, daalt de prijs
C
Wanneer het aanbod stijgt, stijgt de prijs
D
Geen van de bovenstaande

Slide 9 - Quizvraag

2.1 welke productiefactoren zijn er?
  • arbeid
  • kennis
  • kapitaal
  • locatie 

Slide 10 - Tekstslide

Toe- en afnemende Meerop-brengsten

Slide 11 - Tekstslide

Gelijkblijvende meer-opbrengsten

Slide 12 - Tekstslide

Toe- en afnemende schaalvoordelen
.
Waarom bestaat er geen kappersketen met 1000 zaken maar wel een miljardenbedrijf in de olie?

Slide 13 - Tekstslide

Productiekosten
Voordat je iets aan kunt bieden, moet je productiekosten maken. Te verdelen in 2 soorten:

  • Vaste kosten (veranderen niet mee met de omzet)
  • Variabele kosten (veranderen wel mee met de omzet)

Slide 14 - Tekstslide

Totale kosten:
Variabele kosten + Vaste kosten = Totale kosten

Slide 15 - Tekstslide

Hoe bereken ik een gemiddelde?

Slide 16 - Open vraag

Hoe bereken ik dan de gemiddelde totale kosten?

Slide 17 - Tekstslide

Marginale kosten
Kosten per extra eenheid productie

Slide 18 - Tekstslide

Waarom zijn marginale kosten (bijna) altijd toenemend?
Er wordt altijd eerst voor de 'first choice' gekozen en daarna voor de 'second best option'

Slide 19 - Tekstslide

winstberekening
TO - TK = TW of;
(GO - GTK) * q = TW

Maximale winst bij MO = MK
sprake van exogene prijs? MO = GTO = P. winst dan dus gelijk bij MK = P

Slide 20 - Tekstslide

Als er winst is, want:
Break-evenpunt = TO = TK

Slide 21 - Tekstslide

Winst t.o.v. producentensurplus
producentensurplus = verschil tussen waarvoor de aanbieder het wil verkopen en waarvoor hij het verkoopt.

Maar vanaf wanneer is een producent bereid om te verkopen?

Slide 22 - Tekstslide

Verkopen vanaf MK:
De producent verkoopt wanneer de MO groter is dan de MK, omdat hij anders verlies maakt bij de verkoop van een extra product. Hij of zij hoeft dus nog geen winst te maken bij producentensurplus.

Slide 23 - Tekstslide

Nog vragen?

Slide 24 - Tekstslide

Zelf met opdrachten bezig

Slide 25 - Tekstslide