§2.1 Soorten Krachten

§2.1 Soorten Krachten

- Neem plaats
- Pak je schrift, boek, pen en rekenmachine
- Pak je iPad voor LessonUp
- Ben stil wanneer iemand anders praat
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

§2.1 Soorten Krachten

- Neem plaats
- Pak je schrift, boek, pen en rekenmachine
- Pak je iPad voor LessonUp
- Ben stil wanneer iemand anders praat

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer is jou wel eens opgevallen dat er een kracht werkte op jou of een voorwerp ? Welke kracht was dat dan ?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
2.2.1  Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn als een kracht op een voorwerp werkt
2.2.2 Je kunt verschillende soorten krachten beschrijven
2.2.3 Je kunt de grootte van een kracht meten
2.2.4 Je  kunt de zwaartekracht op een massa berekenen
2.2.5 Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van een krachtenschaal

Slide 3 - Tekstslide

Het effect van krachten

Slide 4 - Tekstslide

Elastische Vervorming
Vorm springt terug
Plastische Vervorming 
Blijft vervormd

Slide 5 - Tekstslide

Spierkracht
Veerkracht

Slide 6 - Tekstslide

Spankracht

Slide 7 - Tekstslide

Zwaartekracht

Slide 8 - Tekstslide

Magnetische kracht

Slide 9 - Tekstslide

Krachtmeter



  • F (force) = kracht in Newton (N)
  • m = massa in kilogram (kg)
  • g = aantrekking  (N/kg) > Altijd 9,8 N/kg op aarde

F = m • g

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld som
Een natuurkundeboek weegt 100 g. Hoe groot is de zwaartekracht op het boek?


Slide 11 - Tekstslide

Gegeven
Massa = 100 gram = 0,100 kg
g = 9,8 N/kg

Berekenen
Fz = m · g 
0,100 × 9,8 = 0,98 N

Slide 12 - Tekstslide

Fz = m · g
Een voorwerp heeft een massa van 10 kg. Wat is de zwaartekracht?
A
10 N
B
98 N
C
980 N
D
1 N

Slide 13 - Quizvraag

Een appel heeft een massa van 0,2 kg. Wat is de zwaartekracht op de appel?
A
1960 N
B
19,6 N
C
1,96 N
D
200 N

Slide 14 - Quizvraag

Er werkt een zwaartekracht van 50 N op een voorwerp. Hoe zwaar is het voorwerp?
A
5,1 kg
B
0,51 kg
C
50 kg
D
500 kg

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de zwaartekracht van een voorwerp als de masse verdubbeld?

Slide 16 - Open vraag

Krachten tekenen

Slide 17 - Tekstslide

Krachtenschaal

Slide 18 - Tekstslide

Maaike tekent een kracht van 20N met een krachtenschaal 1 cm ≙ 5 N.
Hoe lang wordt de pijl?
A
0,25 cm
B
4 cm
C
20 cm
D
100 cm

Slide 19 - Quizvraag

We tekenen een kracht van 49 N met een pijl van 9,8cm. Welke krachtenschaal gebruiken we?
A
1 cm ≙ 0,2 N
B
1 cm ≙ 0,5 N
C
1 cm ≙ 5 N
D
1 cm ≙ 480 N

Slide 20 - Quizvraag

We tekenen een kracht van 84N en gebruiken een krachtenschaal van 1 cm ≙ 20 N. Hoelang is de pijl?
A
4,2 cm
B
42 cm
C
20 cm
D
84 cm

Slide 21 - Quizvraag

Maaike tekent een kracht van 24 N met een krachtenschaal 1 cm ≙ 6 N.
Hoe lang wordt de pijl?
A
0,25 cm
B
4 cm
C
24 cm
D
144 cm

Slide 22 - Quizvraag

We tekenen een zwaartekracht van 98 N met een pijl van 10cm. Welke krachtenschaal gebruiken we?
A
1 cm ≙ 0,1 N
B
1 cm ≙ 1 N
C
1 cm ≙ 9,8 N
D
1 cm ≙ 980 N

Slide 23 - Quizvraag

Samenvatting
2.2.1 Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn als een kracht op een voorwerp werkt
2.2.2 Je kunt verschillende soorten krachten beschrijven
2.2.3 Je kunt de grootte van een kracht meten
2.2.4 Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen
2.2.5 Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van een krachtenschaal

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van krachten op een voorwerp?

Slide 25 - Open vraag

Welke krachten
kennen we nu?

Slide 26 - Woordweb

Hoe meten we de grote van een kracht?

Slide 27 - Open vraag

Welke formule gebruiken we voor het berekenen van de zwaartekracht?

Slide 28 - Open vraag

Wat is een krachtenschaal?

Slide 29 - Open vraag