Se présenter les 2

INTRO
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

INTRO

Slide 1 - Tekstslide

Bienvenu !
Qu'est-ce qu'on va faire? (wat gaan we doen?)
- se présenter
- les devoirs
-On répète 
 

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken/tips
- Zorg dat je je spullen voor elkaar hebt
- Heb je eens iets niet in orde (hw niet af, boeken niet bij je, etc.) laat het me even weten. 
- houd het leren van woordjes en zinnen goed bij 
- stel vragen als je iets niet (zeker) weet!!!


Slide 3 - Tekstslide

l'alphabet en Français
Let op de 6 letters die anders worden uitgesproken.

E - G - H - J - W - Y

Slide 4 - Tekstslide

Je me présente ...
  • naam
  • woonplaats
  • leeftijd
  • school

Slide 5 - Tekstslide

Start
Herhaling 
Wat weet jij nog?
Se présenter

Slide 6 - Tekstslide

Vertaal:
Hoe heet jij?
A
Comment tu t'appelles?
B
Comment tu m'appelles?
C
Comment je m'appelles?
D
Comment je m'appelle?

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal:
Ik heet
A
Tu t'appelles
B
Tu m'appelles
C
Je m'appelles
D
Je m'appelle

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal:
Hoe oud ben jij?
A
Tu a quel âge?
B
Vous avez quel âge?
C
Tu as quel âge?
D
J'ai quel âge?

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal:
Ik ben 13 jaar.
A
Tu a 13 ans?
B
Vous avez 13 ans?
C
J'ai 13 ans?
D
J'ai 13 an?

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal:
Waar woon jij?
A
Je habite où?
B
J'habite ou?
C
Tu habite où?
D
Tu habites où?

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal:
Ik woon in Lochem.
A
Je habite à Lochem?
B
J'habite à Lochem?
C
Tu habite a Lochem?
D
Tu habites à Lochem?

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal:
In welke klas zit jij?
A
Tu es en quelle classe?
B
Tu es en quel classe?
C
Tu es en kelle klasse?
D
Tu es en quelle klasse?

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal:
Ik zit in de tweede klas.
A
Je suis en sixième?
B
Je suis en cinquième?
C
Je suis en quatrième?
D
Tu es en cinquième?

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal:
Hallo
A
Bonjour
B
Hallo
C
Dag
D
Salut

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal:
uitslapen
A
faire du vélo
B
faire attention
C
faire des progrès
D
faire la grasse matinée

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal:
vergeten
A
parler
B
oublier
C
raconter
D
regarder

Slide 17 - Quizvraag