To be Unit 1 §4

The verb to be

WHO
HAS SAID
THIS FAMOUS

QUOTE?

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

The verb to be

WHO
HAS SAID
THIS FAMOUS

QUOTE?

Slide 1 - Tekstslide

blz. 28
Grammar : the verb To be

Slide 2 - Tekstslide

Welke vorm van to be hoort bij
YOU
A
am
B
are
C
be
D
is

Slide 3 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT

A
are
B
am
C
be
D
is

Slide 4 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij I

A
is
B
are
C
am
D
be

Slide 5 - Quizvraag

welke vorm van to be hoort bij
WE
A
be
B
am
C
is
D
are

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm van to be hoort bij
they
A
is
B
are
C
be
D
am

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

I ___ excited to be here.

Slide 10 - Open vraag

You ___ my bestie.

Slide 11 - Open vraag

___ you sure?

Slide 12 - Open vraag

My parents ___ always nice to me.

Slide 13 - Open vraag

My uncle __ a doctor.

Slide 14 - Open vraag

ontkenningen met to be
+ = lange vorm
+ short = korte vorm

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Maak de volgende zin vragend
He is Spanish.

Slide 18 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend:
You are a Dutchman.

Slide 19 - Open vraag

Schrijf de volgende zin in de korte vorm op:
My family is not in Germany.

Slide 20 - Open vraag