Hoog-NL voorbeeld: de Veluwe (5.6)
* Hoog vanwege
stuwwallen, ten oosten en westen juist laag vanwege
glaciale bekkens (Salland en Gelderse Vallei)
* Ondergrond = zand = droog en onvruchtbaar
* Vanaf 700 v. Chr maar vooral Middeleeuwen: bos wordt gekapt --> akkers met schapenmest & heidevelden --> stuifzanden.
* Mensen wonen in esdorpen.
* 1880: Kunstmest --> lagere heide wordt landbouwgrond, hogere heide herbebost, laatste heide = uniek 'natuur'gebied.