Les 1: H5 De wisselwerking tussen bacterie en mens
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waar ben je benieuwd naar?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Pas na de geboorte ontwikkeld de darmflora bij een kind
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Het grootste gedeelte van het huidopppervlak is geschikt voor bacteriële groei
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Wat is GEEN voorwaarde voor een pathogeen m.o.
A
M.o. moet zich kunnen hechten aan huid of slijmvliezen van gastheer
B
M.o. moet het lichaam binnen kunnen dringen
C
M.o. moet tijdens de groei schadelijke stoffen produceren
D
Bij binnendringen in het lichaam veroorzaakt een pathogeen altijd een ziekte
Slide 35 - Quizvraag
De residente flora bestaat voornamelijk uit?
A
Propionibacterium acnes en E.coli
B
E.coli en Staphylococcus epidermidis
C
Propionibacterium acnes en Staphylococcus epidermidis
D
Streptococcus mutans en Staphylococcus epidermidis
Slide 36 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen de residente flora en de transiënte flora?
A
De residente flora laat zich niet weg wassen, de transiënte wel
B
De transiënte flora laat zich niet weg wassen, de residente flora wel
Slide 37 - Quizvraag
In de mondholte vormen anaërobe bacteriën de meerderheid
A
Waar
B
Niet waar
Slide 38 - Quizvraag
De diepere luchtwegen zijn doorgaans steriel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 39 - Quizvraag
Meer dan 99% van de darmbacteriën is aeroob
A
Waar
B
Niet waar
