In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> Dicht
Etui
Map
Gelukt = stil zijn
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Uitleg en oefenen 25 min
Zelfstandig werken 15 min + extra ondersteuning
Les afronden 5 min
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan wij leren vandaag?
Je berekent het percentage met een formule. Je gebruikt de vermenigvuldigingsfactor om het deel te berekenen. Je gebruikt de juiste oplossingsstrategie bij opgaven met percentages.
1. Je beantwoordt allerlei vragen met percentages en je kiest de juiste oplossingsstrategie.
Slide 4 - Tekstslide
Opschrijven:
1. Formules
2. Berekening van de (10 sommen)
Na de uitleg inleveren.
Slide 5 - Tekstslide
oplossingsstrategieën
Deel
Geheel
______
Slide 6 - Tekstslide
Vermenigvuldigingsfactor
De vermenigvuldigingsfactor is een getal waar je iets mee vermenigvuldigt
Bij procenten bereken je de vermenigvuldigingsfactor door het gewenste percentage te delen door 100
Slide 7 - Tekstslide
1. Wat is de vermenigvuldigingsfactor van 108%?
A
1,08
B
0,108
C
0,18
D
1,80
Slide 8 - Quizvraag
2. Wat is de vermenigvuldigingsfactor van 47%
A
4,7
B
47
C
0,047
D
0,47
Slide 9 - Quizvraag
3. Evert heeft een zak met 58 knikkers. Van deze knikkers zijn er 22 rood. De rest is blauw. Hoeveel procent van de knikkers is rood? (deel / geheel) x 100 =
A
37.9%
B
36,9%
C
263,3%
D
30%
Slide 10 - Quizvraag
4. De fruitmand bevat 12 peren en 15 appels. Voor hoeveel procent bestaat de fruitmand uit appels? Deel / Geheel x 100 =
A
33,3%
B
44,4%
C
55,5%
D
66,6%
Slide 11 - Quizvraag
5. Tussen 2009 en 2013 is de prijs van een liter benzine toegenomen van € 1,20 tot € 1,74. Hoeveel is de procentuele verandering?
A
45 % gestegen
B
20,2% gedaald
C
90% gedaald
D
140% gestegen
Slide 12 - Quizvraag
6. Je fiets kostte toen je hem kocht € 750,00. Nu krijg je er nog € 300,00 voor. Hoeveel is de procentuele verandering?
A
150% gestegen
B
5% gestegen
C
60% gedaald
D
60% gestegen
Slide 13 - Quizvraag
7. Vorig jaar stond er € 600,- op je spaarrekening. Nu staat er € 630,- op je rekening. Hoeveel is de procentuele verandering?
A
105% gestegen
B
5% gestegen
C
20% gedaald
D
30% gestegen
Slide 14 - Quizvraag
8. Is dit een verhoudingstabel?
6
30
54
10
50
90
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
8. Er wonen 400 mensen in een flatgebouw, 80 van hen zijn kinderen. Hoeveel procent van de bewoners is kind? Tabel opschrijven!
A
20%
B
25%
C
30%
D
40%
Slide 16 - Quizvraag
9. Het aantal leerlingen op het Lelie College met een bijbaan is met 5% toegenomen. Er waren 120 leerlingen met een bijbaan. Hoeveel leerlingen hebben nu een bijbaan? Tabel opschrijven!
A
122
B
124
C
126
D
50
Slide 17 - Quizvraag
Vraag 10
Slide 18 - Tekstslide
We gaan aan de slag!
Doelen deze week:
Les 1: 12.4.3 Procentuele toe- of afname berekenen
Les 2: 12.4.4 Alles door elkaar
Les 3: 12.4. Diagnostische oefeningen
Slide 19 - Tekstslide
Kunnen wij het nu?
Je berekent het percentage met een formule. Je gebruikt de vermenigvuldigingsfactor om het deel te berekenen. Je gebruikt de juiste oplossingsstrategie bij opgaven met percentages.
Vraag:
Normaal denken dat 12 leerlingen in de klas een onvoldoende halen. Nu zijn dat er maar 2 leerlingen. Hoeveel procent is de daling?
Slide 20 - Tekstslide
Kunnen wij het nu?
Vraag:
Normaal denken dat 12 leerlingen in de klas een onvoldoende halen. Nu zijn dat er maar 2 leerlingen. Hoeveel procent is de daling?