Beeldaspect LIJN BAV 4T

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Beeldaspecten
Beeldaspecten? Wat heb je eraan?
Beeldaspecten vertellen iets over hoe het uiterlijk van een kunstwerk of voorwerp is vormgegeven. Of we nu kijken naar de Nachtwacht van Rembrandt of de voorkant van een tijdschrift, de vormgever of maker gebruikt de beeldaspecten om haar of zijn verhaal nog duidelijker te vertellen.

Er is een verschil tussen vormgeving en voorstelling. 
zie de volgende dia:

beeldaspecten

Slide 2 - Tekstslide

Beeldaspect lijn.

Slide 3 - Tekstslide

LIJN
Op de volgende slides leer je over het vormaspect LIJN

Slide 4 - Tekstslide

Een lijn = een lijn.......
Dat zou je wel zeggen, maar er is meer! Je kunt van alles zeggen over lijnen in kunstwerken. 
Hier wat begrippen die bij LIJN horen:

  • lijnsoort
  • lijndikte
  • lijnvoering
  • arcering
  • contourlijn
  • lijnwerking
  • lineair

Uitleg van al deze verschillende lijnen leer je op de volgende slides. daarna volgen er oefenvragen om te checken of je het begrepen hebt.

Slide 5 - Tekstslide

LIJNSOORT
Een lijn kan op verschillende manieren getekend zijn:

recht - gebogen
onderbroken - doorlopend
kronkelend - vloeiend
slingerend - golvend
enz. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Gekozen begrip: Lijn

5 begrippen die passen bij het begrip lijn:
- Contour 
- Lijndikte
- Lijnwerking
- Lijnsoort
- Lijnperspectief

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

LIJNDIKTE
Lijndikte kan variëren van heel dun tot heel dik.

De lijndikte kan effect hebben op het gevoel in een tekening. Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk, terwijl dunne, onderbroken lijnen gevoelig lijken.

Slide 10 - Tekstslide

LIJNVOERING
Lijnvoering zegt iets over de druk die je gebruikt bij het tekenen van de lijnen:

- voorzichtig, zoekend en onzeker
- duidelijk en stevig
- ietwat saai en eentonig
- met allerlei overgangen van dun naar  
  dik en weer terug

Slide 11 - Tekstslide

ARCERING
Bij arcering wordt met lijntjes een vlak gevuld. 

  • Je kunt de lijntjes evenwijdig naast elkaar zetten of laten kruisen. 
  • Je kunt ze dicht naast elkaar zetten (wat een donkerder effect heeft) of meer ruimte ertussen laten (wat een lichter effect heeft). 
  • En je kunt variëren in dikke en dunne lijnen en hier heel mooi schaduwen en diepte mee aanbrengen in een tekening.

Slide 12 - Tekstslide

CONTOURLIJN
De omtreklijn van een vorm of voorwerp. De contour benadrukt de vorm.

Slide 13 - Tekstslide

LIJNRICHTING
De richting waarin lijnen in een kunstwerk lopen hebben invloed op de de uitstraling van het werk. 

Staan alle lijnen verticaal of horizontaal        of lopen ze chaotisch door elkaar heen        ? 

De herhaling van lijnen versterkt een bepaalde richting      

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

LIJNWERKING

Door het gebruik van lijnen kunnen bepaalde effecten worden bereikt:


  • Er kan diepte (perspectief) worden gesuggereerd.
  • Er kan beweging worden gesuggereerd.
  • Horizontale en verticale lijnen werken statisch en stabiel.
  • Schuine en diagonale lijnen zorgen voor onrust, dynamiek en beweging.
  • Met zware lijnen kun je iets laten opvallen of accentueren.
  • Er kan een gevoel uitstralen.

Slide 16 - Tekstslide

LINEAIR
Een kunstwerk is lineair als het geheel is opgebouwd uit lijnen.

Dit kan 2D zijn maar ook 3D

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

En nu even oefenen.....

Slide 19 - Tekstslide

Als we het hebben over 'lijnsoort' dan hebben we het over
A
hoe dik een lijn is getekend
B
of de lijn recht is of krom of golvend enz.
C
hoeveel druk er is gezet met het zetten van de lijn
D
wat het effect is

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het effect van de lijnen in
deze tekening?

Slide 21 - Open vraag

Als we het hebben over 'lijnwerking' dan hebben we het over:
A
hoe dik een lijn is getekend
B
of de lijn recht is of krom of golvend enz.
C
hoeveel druk er is gezet met het zetten van de lijn
D
wat het effect is

Slide 22 - Quizvraag

Wat voor effect kan de lijndikte hebben op een tekening?

Slide 23 - Open vraag

Beschrijf de 'lijnvoering' in deze
tekening van Anton Heyboer.

Slide 24 - Open vraag

Wat is het effect van deze 'lijnvoering'?

Slide 25 - Open vraag

Als we het hebben over 'lijnvoering' dan hebben we het over
A
hoe dik een lijn is getekend
B
of de lijn recht is of krom of golvend enz.
C
hoeveel druk er is gezet met het zetten van de lijn
D
wat het effect is

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet de dikke lijn die
Keith Haring altijd gebruikt voor
zijn figuren?

Slide 27 - Open vraag

Bekijk de tekening van Henri de Toulouse-Lautrec en leg uit
wat je allemaal ziet aan:

lijnsoort, lijndikte, lijnvoering, arcering én lijnwerking

Slide 28 - Open vraag

Textuur
Wat is dat?

Slide 29 - Tekstslide

BEELDASPECT TEXTUUR
Een textuur is de zichtbare en voelbare aard van een oppervlak. Voorbeelden van texturen zijn: harig, stekelig, glad, bobbelig enz.

Slide 30 - Tekstslide

Textuur
HOE iets voelt

Slide 31 - Tekstslide

TEXTUUR:  
Voelbare oppervlak (aan de buitenkant).

Slide 32 - Tekstslide

Overal om je heen zie je textuur. Textuur is de manier waarop een oppervlak is samengesteld (vezels, haren, bobbeltjes en ribbeltjes etc.) ​
Het bepaalt hoe het oppervlak van het materiaal aanvoelt. Textuur is dus 3D!​

Slide 33 - Tekstslide

Structuur

Slide 34 - Tekstslide

Structuur: 
de opbouw van iets.

Slide 35 - Tekstslide

Natuurlijke structuren vs. kunstmatige structuren

Slide 36 - Tekstslide

Textuur of Structuur
Er is dus verschil tussen Textuur en Structuur!!
Textuur is hoe iets VOELT (omschrijf in woorden als: bobbelig, ruw, glad, harig, stekelig etc.)

Structuur is hoe iets er UIT ZIET (omschrijf in woorden als: glimmend, gestippeld, gestreept, met lijnen of nerven, of met een patroon)

Slide 37 - Tekstslide

TEXTUUR
Structuur

Slide 38 - Tekstslide