Begrippen oefenen Weer en klimaat

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom! 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom! 

Slide 1 - Tekstslide

Weekplenda
 Week    36
 Week      37
Week 38
Week 39
Week 40
Week 41
Week 42
  H1 §1
  H1 §2
  H1 §3
 
  H1 §4
  H1 §5
 (H1 §6)


H2 §1
H2 §2
H2 §3


H2 §4
H2 §5
 

H3 §1
 H3 §2
 H3 §3
H3 §4
H3 §5



reis
week 
 Week       43
  Week       44
  Week       45
     C1
     C2
     C3

 herfst
 vakan      tie


  toets
  week

Slide 2 - Tekstslide

Met welk begrip, en welk weerelement heeft de foto op de achtergrond te maken?
Noteer het juiste begrip / weerelement.

Slide 3 - Open vraag

Welk klimaat hoort er bij de volgende omschrijving?
"Een klimaat met een warme of hete zomers en een koude winter."

Slide 4 - Open vraag

Deze vraag gaat over stuwingsneerslag bij een gebergte. Wat past bij elkaar? Maak de juiste combinaties. 
Lijzijde
Loefzijde
De kant van het gebergte waar bijna altijd de wind vandaan komt, en waar neerslag valt.
De kant van het gebergte waar bijna nooit de wind waait, waar de lucht daalt, en waar het droog is. 

Slide 5 - Sleepvraag

Welke woorden passen er bij de lijzijde van een gebergte?
Kies 3 woorden uit:
lagedrukgebied - hogedrukgebied- bewolking - regenschaduw - veel begroeiing - weinig begroeiing

Slide 6 - Open vraag

Welk klimaat past bij deze omschrijving:
Een klimaat waarbij het in de koudste maand warmer is dan -3 graden, en kouder is dan 18 graden in de warmste maand met neerslag in alle jaargetijden. (Ook wel: zachte winters, koele zomers)
A
gematigd landklimaat
B
mediterraan klimaat
C
middellandse zeeklimaat
D
gematigd zeeklimaat

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je de lijn op een weerkaart wat plaatsen met gelijke luchtdruk met elkaar verbindt?
A
isobaar
B
isotherm
C
depressie
D
Hectospascal

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de drie soorten neerslag komt vooral voor in tropische gebieden? Kies uit:
stuwingsneerslag, stijgingsneerslag of frontale neerslag

Slide 9 - Open vraag

Met welke maat meten we in Nederland de windkracht?
A
Schaal van Celsius
B
Hectopascal
C
Schaal van Beaufort
D
Wet van Buys Ballot

Slide 10 - Quizvraag

Welk begrip is géén weerelement? Kies uit:
temperatuur - luchtdruk - neerslag - hoogteligging - wind
Leg ook uit waarom dit begrip géén weerelement is!

Slide 11 - Open vraag

Hoe noem je een lagedrukgebied dat rond 50 en 60 graden N.B. en Z.B. voor neerslag kan zorgen door de botsing van een warmte- en een koufront?
Er zijn twee antwoorden mogelijk.

Slide 12 - Open vraag

Welk klimaat past bij de volgende omschrijving:
Een klimaat dat voorkomt in de poolgebieden en waarbij het in alle maanden kouder is dan 0 graden.

Slide 13 - Open vraag

Welk begrip past er bij de volgende omschrijving:
De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur of per dag.
A
neerslag
B
neerslagintensiteit
C
neerslagverdeling
D
nuttige neerslag

Slide 14 - Quizvraag

Waar staat U-V voor, in het begrip uv-straling voor?

Slide 15 - Open vraag