werkwoordspelling vervolg

Werkwoordspelling
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

voltooide tijd.......
...... wordt gebruikt als iets af is, klaar is.

Het voltooid deelwoord is geen persoonsvorm, want er moet altijd een andere werkwoord bij: hebben of zijn.
               lopen: ik heb gelopen
               lezen: ik heb gelezen

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag:
Pak pen en papier.
Bekijk het volgende filmpje
schrijf zelf ook alle voltooid deelwoorden op van de werkwoorden uit de challenge. 

Succes!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Typ hier jouw voltooid deelwoorden bij de werkwoorden:

lopen, dansen, zwaaien, eten, sporten, halen, wandelen, lachen, knipogen, winnen

Slide 5 - Open vraag

lopen
dansen
zwaaien
eten
sporten
halen
wandelen
lachen
knipogen
winnen
gelopen
gedanst
gezwaaide
gegeten
gesport
gehaald
gewandeld
gelachen
geknipoogd
gewonnen

Slide 6 - Tekstslide

Welk voltooid deelwoord is correct?
Ik heb heel hard naar school .... (fietsen)
A
gefietsen
B
gefietsd
C
gefietst
D
gefietste

Slide 7 - Quizvraag

welk voltooid deelwoord is correct?

Ik heb drie boeken ..... (lezen)
A
geleest
B
geleesd
C
gelazen
D
gelezen

Slide 8 - Quizvraag

Welk voltooid deelwoord is goed?

Ik heb de oude vrouw ..... (helpen)
A
geholpen
B
gehelpen
C
gehelpt
D
gehelpd

Slide 9 - Quizvraag

Welk voltooid deelwoord is goed?

Ik heb de oude vrouw ..... (helpen)
A
geholpen
B
gehelpen
C
gehelpt
D
gehelpd

Slide 10 - Quizvraag

Oefenen: kort dagverslag
  • Schrijf een kort verslag over een dag in de week (kies zelf  welke dag )
  • Schrijf op wat je die dag allemaal hebt gedaan. Maak minimaal 5 zinnen. 
  • Let erop dat je goede zinnen maakt (met onderwerp en persoonsvorm).
  • Let erop dat je de voltooide tijd gebruikt. 
  • Onderstreep alle voltooid deelwoorden in je verslag.
  • Sla je bestand op. Print het uit of mail het aan de docent.
  •  Volgende les gebruiken we jullie teksten

Slide 11 - Tekstslide

Verder oefenen in je boek/aan de computer:


Nu Nederlands boek B Hoofdstuk 3 = werkwoordspelling
3.1: tegenwoordige tijd
3.2: verleden tijd
3.3. voltooide tijd

Slide 12 - Tekstslide