Expressionisme

• kunstgeschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Modernisme (20e eeuw)

Breken met tradities
Avant-garde (voorhoede)
Manifesten/pamfletten
Feminisme
Kunst ingezet als propaganda
Industrialisatie, technologische vooruitgang (ook in oorlog)

EXPRESSIONISME

= uitdrukking 

1905 - 1920

Avant-garde kunstenaars
Geen zichtbare werkelijkheid, maar eigen emoties
Inspiratie uit primitieve kunst, exotische volkskunst en postimpressionisme
Reactie op impressionisme en academische kunst
Herfstsalon Parijs --> 'Fauves' (wilde beesten)

Fauvisten

Gedurfd kleurgebruik
Robuuste vormen
Landschap, stad, mens
'Wilde beesten'

Henri Matisse
Kees van Dongen 
e.a.

Die Brücke

Duitsland

Sociale betrokkenheid

Stadsleven, de natuur, mens
Ernst Ludwig Kirchner
Erich Hecker
Emil Nolde
Kees van Dongen

Der Blaue Reiter

Franz Marc
Wassily Kandinsky
Paul Klee
Mache
Delaunay

Gevoel & spontaniteit

Wat zie je? (voorstelling)

Wat maakt dit werk expressionistisch?

Examenvragen

Bespreek de vragen in tweetallen. Formuleer samen een antwoord. Eén van jullie vult het in op Lessonup.

Vraag 1

Op figuur 2 hierboven zie je de houtsnede Familie van Emil Nolde uit 1917.

Deze houtsnede kwam tot stand op basis van tekeningen die hij tijdens zijn reis naar Nieuw-Guinea maakte. Nolde koos voor de houtsnede vanwege zijn

expressieve werking.

Beschrijf de expressieve werking van de techniek van de houtsnede aan de

hand van twee aspecten van het werk Familie. 

Beschrijf de expressieve werking van de techniek van de houtsnede aan de

hand van twee aspecten van het werk Familie. 

Beschrijf de expressieve werking van de techniek van de houtsnede aan de
hand van twee aspecten van het werk Familie.

Vraag 2

In het begin van de twintigste eeuw was het weergeven van de zichtbare werkelijkheid voor veel beeldende kunstenaars geen uitgangspunt meer. Ze gingen op zoek naar nieuwe uitdrukkingsmiddelen. Op afbeelding 2 zie je het werk van ‘Lyrisches’(1911) van Kandinsky. Hier zijn paard en ruiter afgebeeld.

Beschrijf hoe Kandinsky in afbeelding 2 de voorstelling geabstraheerd heeft. 

Afb. 2 -->

Beschrijf hoe Kandinsky in afbeelding 2 de voorstelling geabstraheerd heeft. 

Beschrijf hoe Kandinsky in afb. 2 de voorstelling geabstraheerd heeft.