Examen oefenen Politiek deel 3

Ik wil tijdens blokuren 1 hele examen zelfstandig maken ipv les volgen
Ja
Nee
1 / 41
volgende
Slide 1: Poll
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ik wil tijdens blokuren 1 hele examen zelfstandig maken ipv les volgen
Ja
Nee

Slide 1 - Poll

Wat is het verschil tussen een rechtsstaat en een dictatuur?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Politieke partijen
- Progressief/conservatief
- Links/midden/rechts
- Politieke stromingen

Slide 5 - Tekstslide

Politieke partijen
Links: SP/DENK/GL/PVdD/PVDA
Midden: D66/50plus/CDA/CU
Rechts: VVD/SGP/FvD/PVV

Slide 6 - Tekstslide

Wie is lijsttrekker van welke politieke partij?

Slide 7 - Sleepvraag

Zet de politieke partijen op de juiste plaats
Links
Rechts

Slide 8 - Sleepvraag

Politieke Stromingen
Sociaal-Democratie

  • Waarden: gelijkheid, solidariteit

  • Doel: eerlijke verdeling van inkomens, bescherming van de kwetsbaren. 

  • Komen op voor: mensen met weinig geld en minder kansen. 

  • Rol van de overheid: actief, ongelijkheid tegengaan!

SP, PvdA, GroenLinks, Denk
Liberalisme

  • Waarden: vrijheid 

  • Doel: vrijheid voor mensen om te doen en laten wat ze willen, en bescherming hiervan.

  • Komen op voor: werkende burgers, ondernemers en bedrijven.

  • Rol van de overheid: passief: alleen zorgen voor veiligheid

VVD, PVV, D66

Slide 9 - Tekstslide

Politieke Stromingen
Christen-Democratie

  • Waarden: geloof, naastenliefde

  • Doel: respect voor de bijbel, een samenleving waar mensen voor elkaar zorgen. 

  • Komen op voor: gezinnen met kinderen en christelijke instanties (scholen, kerken...)

  • Rol van de overheid: beperkt: alleen als er geen andere hulp is.

ChristenUnie, SGP, CDA
Ecologische stroming

  • Waarden: duurzaamheid, milieuvriendelijk 

  • Doel: natuur en milieu worden zo min mogelijk aangetast door de mens. 

  • Komen op voor: dier, mens en natuur


  • Rol van de overheid: actief: bedrijven moeten duurzamer worden, zelfs als het slecht is voor de economie. 
GroenLinks, PvdD

Slide 10 - Tekstslide

Politieke Stromingen
Nationalisme

  • Waarden: onafhankelijkheid, vaderlandsliefde

  • Doel: Nederland moet uit de Europese Unie, belang van eigen volk belangrijkst!
 
  • Komen op voor: de eigen bevolking. 

PVV, FvD
- Extremisme
- Haat en angstgevoelens
- Tegen democratie

- Populisme
- Wil van het volk
- Vaderlandsliefde
PVV, FvD

Slide 11 - Tekstslide

Christelijke stroming

Sociaal democraten
Populisme

Liberalisme

Slide 12 - Sleepvraag

Liberalisme

Socialisme
Populisme
Christendemocratische stroming

Slide 13 - Sleepvraag

Liberalisme
Sociaaldemocratie
Christendemocratie
Rechts-extremisme
Ecologische stroming
Populisme
Economische vrijheid
Particulier initiatief
Deregulering
Opkomen voor zwakkeren
Gelijkwaardigheid
Bijbelse waarden
Rentmeesterschap
Gespreide verantwoordelijkheid
Vrijemarkteconomie
Milieuvriendelijk en duurzaam produceren
Geen aantasting natuur en milieu
Gericht op geweld
Superioriteit eigen groep
Actieve overheid
Stijl van politiek bedrijven
Richt zich op massa van bevolking

Slide 14 - Sleepvraag

Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Sociaaldemocraten
Christen-democraten

Slide 15 - Sleepvraag

Bij welke politieke stroming horen de partijen.
Sleep het plaatje naar het juiste hokje.
Liberalisme
Christen-democratie
Sociaal-democratie

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is de juiste volgorde van de kabinetsformatie?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
De formatie
Benoeming ministers en staatssecretarissen
Tweede Kamer verkiezingen
Beëdigd door de koning

Slide 17 - Sleepvraag

Verloop van de kabinetsformatie
DE VIER FASES: 
  1. Onderzoek (informateur)
  2. De informatie (coalitie, regeerakkoord)
  3. De formatie (formatie, min pres)
  4. De beëdiging (koning)

Slide 18 - Tekstslide

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde

Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4:
Stap 5:
Stap 6:
Stap 7:
Stap 8:
Er worden verkiezingen georganiseerd
De zetels worden verdeeld onder de partijen
Er wordt een informateur aangesteld
De informateur gaat op zoek naar partijen die samen de meerderheid kunnen vormen: de coalitie
De informateur en de coalitie stellen een regeerakkoord op
Er wordt een formateur aangesteld
De formateur gat binnen de coalitiepartijen op zoek naar geschikte kabinetsleden, wordt later zelf minister-president
De koning benoemt de kabinetsleden

Slide 19 - Sleepvraag

De oppositie bestaat uit:
A
de politieke partijen die niet in de regering zitten
B
hulpministers
C
het staatshoofd en de ministers
D
de koning

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Parlement
Kabinet
Kabinet EN Parlement
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Verantwoording afleggen
Ministers
Kamerleden
Staatssecretarissen
Controlerende taak
Geen oppositiepartijen
Ministeriële verantwoordelijkheid
Motierecht
Recht van amendement
Eerste Kamer
Regeerakkoord
Tweede Kamer
Recht van interpellatie
Budgetrecht
Volksvertegenwoordiging
Formatie
Coalitie- en oppositie
Wetgevende taak
Wetsvoorstellen indienen

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Bij wat voor functie past deze taak van de koning?

'Op Prinsjesdag leest hij de troonrede voor'
A
ceremoniële functie
B
symbolische functie
C
representatieve functie

Slide 24 - Quizvraag

Taken Koning
  • Handtekening zetten
  • Troonrede voorlezen
  • Beëdigen ministers en staatssecretarissen
  • Overleg voeren met minister president
  • Ons land vertegenwoordigen

Slide 25 - Tekstslide

Rechten van het parlement
Rechten bij de wetgevende taak
  • Stemrecht
  • Recht van initiatief
  • Recht van amendement

Slide 26 - Tekstslide

Rechten van het parlement
Rechten bij de controlerende taak:
  • Vragenrecht
  • Recht van interpellatie
  • Recht van onderzoek
  • Budgetrecht
  • Recht van motie

Slide 27 - Tekstslide

CONTROLERENDE TAAK TWEEDE KAMER
WETGEVENDE TAAK TWEEDE KAMER
Motie van wantrouwen 
recht van enquête 
recht van amendement
initiatief recht 
Recht om een wet goed of af te keuren

Slide 28 - Sleepvraag

Besluitvormingsproces
Op It's Learning kan je bij de bronnen een tool vinden om het besluitvormingsproces te oefenen

Slide 29 - Tekstslide

Bij een referendum:
A
kiest de bevolking vertegenwoordigers in een bestuur
B
stemt de bevolking over een belangrijk politiek onderwerp
C
stemmen volksvertegenwoordigers over politieke zaken
D
stemmen volksvertegenwoordigers over zaken die van algemeen belang zijn

Slide 30 - Quizvraag

Invloed van burgers


• Petitie indienen
• Burgerinitiatief indienen
• Een verzoek voor een referendum indienen
• De media inschakelen
• Een klacht of bezwaarschrift indienen
• De Nationale Ombudsman inschakelen






Slide 31 - Tekstslide

Waar horen de mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de politiek bij? Sleep ze naar burger of pressiegroep. 
Petitie
Referendum
Klacht bij de gemeente
Media
Advies
Burger
Pressiegroep

Slide 32 - Sleepvraag

Referendum
Voordelen: Verkleinen kloof politiek-inwoners, direct invloed, meer draagvlak

Nadelen: Politici buiten spel, raadgevend, kost tijd en geld, ingewikkeld, keuze tussen ja en nee (ligt soms lastiger)


Slide 33 - Tekstslide

Pressiegroepen
Groepen die bepaalde belangen nastreven en die de politieke besluitvorming proberen te beïnvloeden.

Machtsmiddelen: Kennis, Grootte van de groep, Geld, Formele, wettelijke mogelijkheden, Toegang tot de media, Toegang tot politici, Een aansprekende leider, Zitting hebben in een bestuur of adviesorgaan.


Slide 34 - Tekstslide

Brancheorganisatie Kinderopvang is een belangengroep.

Wat zijn de twee kenmerken van een belangengroep?

Slide 35 - Open vraag

Toetreden EU
Een land dat lid wil worden moet:
• in Europa liggen;
• een democratie zijn;
• een rechtsstaat zijn;
• de mensenrechten garanderen;
• een goed draaiende markteconomie hebben.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Buitenlands beleid (bv migratie)
Milieuwetgeving
Justitie
Economische samenwerking
Rechten van consument (productverbetering)
Europees burgerschap
Voordelen EU

Slide 38 - Tekstslide

Europese Unie heeft niet alleen maar voordelen; 
  • Weinig democratische controle door de burgers
  • Politieke besluitvorming is ingewikkeld (27 landen)
  • Invloed van Nederland verminderd (groei EU)
  • EU beperkt zelfstandigheid van lidstaten.

Dit laatste heeft ook gezorgd voor de Brexit, zo maakt GB weer hun eigen wetten en regels.
Kritiek op de EU

Slide 39 - Tekstslide

Dictatuur
- 1 persoon of 1 partij heeft alle macht
- geen democratie en geen rechtstaat
- Bevolking heeft geen politieke grondrechten
- Er is geen vrije pers
- Politie en leger hebben grote rol

Slide 40 - Tekstslide

Examen oefenen Politiek deel 3

Slide 41 - Tekstslide