5.1 De macht van het volk LES 1

Politiek-Juridische Dimensie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Politiek-Juridische Dimensie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

WAAR DENK JE AAN BIJ HET WOORD POLITEK?

Slide 3 - Woordweb

GEEF MET EEN CIJFER AAN HOE BELANGRIJK JIJ DE POLITIEK VINDT?
110

Slide 4 - Poll

Politiek 
  1. Bestuur van een land, provincie of stad 
  2. De manier waarop iets wordt georganiseerd

Slide 5 - Tekstslide

Wie heeft de meeste macht in Nederland?
A
Koning Willem Alexander
B
Koningin Maxima
C
Minister president Mark Rutte
D
Keizer Admiraal de derde van het leger

Slide 6 - Quizvraag


Wat is democratie?

Slide 7 - Woordweb


Democratie is een bestuursvorm waarbij het volk zelf stemt over de wetten, of de vertegenwoordigers kiest die de wetten maken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

COALITIE 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

HOE HETEN DE MINISTERS OP DE VOLGENDE DIA

Slide 13 - Tekstslide


ERNST
KUIPERS
HUGO DE JONGH 

MARK RUTTE 

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide



Heeft de gemeente macht op jou?

Slide 18 - Tekstslide



Wat doet de provincie?
Waar gaan zij over?

Slide 19 - Tekstslide




Welke invloed heeft de regering op jou?

Slide 20 - Tekstslide

1x in de 4 jaar verkiezingen. 
1 x in de 4 jaar verkiezingen.
2e kamer

1e kamer
  • 150 leden (zetels), gekozen door het volk 
  • wetten ontwerpen, aanpassen en goedkeuren
  • 75 leden (zetels), gekozen door gemeenteraad
  • wetten controleren en eventueel afwijzen. Geen nieuwe wetten maken

Slide 21 - Tekstslide

Maken opdrachten 5.1
1 t/m 4

Slide 22 - Tekstslide

Oppositie

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

1. Waaruit bestaat het parlement?
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
De partijen die de regering steunen
C
De partijen die tegen de regering zijn
D
Het hele Nederlandse volk

Slide 25 - Quizvraag

Door wie wordt de regering geleid?
A
De leider van de grootste oppositiepartij
B
De minister-president
C
De staatssecretaris van algemene zaken
D
De voorzitter van de Eerste Kamer

Slide 26 - Quizvraag

Hoe noem je de mensen die in de Tweede Kamer zitten?
A
Ministers
B
Staatssecretarissen
C
Volks- vertegenwoordigers
D
Regeringsleden

Slide 27 - Quizvraag

Wat hebben partijen nodig om samen een regering te kunnen vormen?
A
De meerderheid van de Tweede Kamer
B
De steun van de regerend Koning
C
Een aansprekende minister-president
D
Een duidelijke verkiezingsoverwinning

Slide 28 - Quizvraag

Opdracht kritisch denken
Nep nieuws en echt nieuws

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide


Wat is waar en wat is niet waar? Wat is nepnieuws? Dit zijn enkele voorbeelden van nepnieuws en onware uitspraken:
 
  • Geert Wilders (PVV) over Nederland tijdens een toespraak in Duitsland: 'Zelfs vrouwen zijn bang om hun blonde haar te laten zien.'
  • VS-President Trump over zijn voorganger: 'Obama heeft Islamitische Staat opgericht.'
 
Hoe kan iemand checken of informatie waar en betrouwbaar is?




Slide 33 - Tekstslide

check iemands deskundigheid

  • Wie zegt of schrijft het? Is de website betrouwbaar? De betrouwbaarheid neemt toe als iemand verstand heeft van het onderwerp, bijvoorbeeld een onderzoeker of journalist. Iemand kan ook ervaringsdeskundig zijn doordat hij het zelf heeft gezien en meegemaakt.

  • Wikipedia.nl is in het algemeen een betrouwbare online-bron waarbij gebruikers zelf voortdurend de informatie controleren en aanpassen als dat nodig is.

Slide 34 - Tekstslide

check de datum/ check in andere bron(nen)

  • Klopt de informatie nog steeds? Of is er nieuwere informatie? Controleer altijd of je de meest recente informatie hebt gevonden.

  • Ook als iemand deskundig is en hij doet de uitspraak vandaag, hoeft het nog steeds niet waar te zijn. Hanteer daarom de journalistieke regel van check, double check. Dan kijk je of twee van elkaar onafhankelijke bronnen hetzelfde zeggen. Als twee of meer deskundige bronnen hetzelfde zeggen, is de kans groter dat het waar is.




Slide 35 - Tekstslide

Kritisch denken: hoe check ik of iets waar is?

Lees de tekst.
Controleer of de uitspraak waar of niet waar is. Volgens welke bron? Hoe betrouwbaar is de bron?

Je mag iemand meenemen in het stemhokje.


Slide 36 - Tekstslide

Kritisch denken: hoe check ik of iets waar is?

Lees de tekst.
Controleer of de uitspraak waar of niet waar is. Volgens welke bron? Hoe betrouwbaar is de bron?

In België  kun je een boete krijgen als je niet stemt.


Slide 37 - Tekstslide

Kritisch denken: hoe check ik of iets waar is?

Lees de tekst.
Controleer of de uitspraak waar of niet waar is. Volgens welke bron? Hoe betrouwbaar is de bron?

Nederlanders betalen de hoogste belasting ter wereld.


Slide 38 - Tekstslide

Kritisch denken: hoe check ik of iets waar is?

Lees de tekst.
Controleer of de uitspraak waar of niet waar is. Volgens welke bron? Hoe betrouwbaar is de bron?

Eigenaren van een rode auto worden gediscrimineerd, want rode auto's worden vaker aangehouden en bekeurd.


Slide 39 - Tekstslide

Kritisch denken: hoe check ik of iets waar is?

Lees de tekst.
Controleer of de uitspraak waar of niet waar is. Volgens welke bron? Hoe betrouwbaar is de bron?

Volwassen Nederlanders met een verstandelijke beperking mogen stemmen.


Slide 40 - Tekstslide