Zinsvolgorde les 1
1 / 41
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zoek de werkwoorden in de zin:
Noi gaat morgen zwemmen.
A
gaat
B
morgen zwemmen
C
gaat zwemmen
D
zwemmen
Slide 2 - Quizvraag
Wat is 'Noi' in deze zin?
Noi gaat morgen zwemmen.
A
onderwerp
(wie of wat)
B
de rest van de zin
C
de persoonsvorm
(het eerste werkwoord)
D
het tweede werkwoord
Slide 3 - Quizvraag
Wat is 'gaat' in deze zin?
Noi gaat morgen zwemmen.
A
Het onderwerp
(wie of wat)
B
de rest van de zin
C
de persoonsvorm
(het eerste werkwoord)
D
het tweede werkwoord
Slide 4 - Quizvraag
Wat is 'morgen' in deze zin?
Noi gaat morgen zwemmen.
A
Het onderwerp
B
de rest van de zin
C
De persoonsvorm
D
het tweede werkwoord
Slide 5 - Quizvraag
Wat is 'zwemmen' in deze zin?
Noi gaat morgen zwemmen.
A
het onderwerp
B
de rest van de zin
C
de persoonsvorm
D
het tweede werkwoord
Slide 6 - Quizvraag
Op welke plaats in de zin
staat het tweede werkwoord altijd?
staat het tweede werkwoord altijd?
A
op de eerste plaats
B
op de tweede plaats
C
in het midden
D
aan het einde
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het tweede werkwoord in deze zin?
Simone gaat zaterdag kleren kopen.
A
gaat
B
zaterdag
C
kleren
D
kopen
Slide 8 - Quizvraag
zin 1
zin 2
Zaterdag ....
Gokhan een wedstrijd ....
Wij ....
graag rijst met vis ....
moet
spelen
willen
eten
Zet de werkwoorden op de goede plaats
Slide 9 - Sleepvraag
zin 3
zin 4
Ismail ....
een taart ....
Hij ....
van in de keuken ....
gaat
bakken
houdt
staan
Slide 10 - Sleepvraag
zin 5
zin 6
Beatrice ....
een nieuwe broek ....
Zij ....
naar de supermarkt ....
wil
kopen
moeten
lopen
Slide 11 - Sleepvraag
zin 7
zin 8
Mijn zus ....
morgen koffie ....
Wij ....
samen ....
komt
drinken
gaan
praten
Slide 12 - Sleepvraag
zin 9
zin 10
Wij ....
haar oma ....
Hij ....
de weg niet ....
gaan
bezoeken
kan
vinden
Slide 13 - Sleepvraag
zin 11
zin 12
De kinderen ....
een ijsje ....
Mijn tante ....
een nieuwe auto ....
mogen
eten
wil
kopen
Slide 14 - Sleepvraag
zin 13
zin 14
Mijn moeder ....
piano ....
Jullie ....
de muziek ....
kan
spelen
kunnen
horen
Slide 15 - Sleepvraag
zin 15
zin 16
De jongen ....
zelf thee ....
De kinderen ....
snoepjes ....
mag
zetten
willen
pakken
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Video
zin 17
je
oversteken
daar
kan
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 18 - Sleepvraag
zin 18
ik
vanavond
ga
koken
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 19 - Sleepvraag
zin 19
mijn opa
maken
soep
wil
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 20 - Sleepvraag
zin 20
Olivier en Heven
doen
boodschappen
gaan
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 21 - Sleepvraag
zin 21
hij
nemen
medicijnen
moet
Slide 22 - Sleepvraag
zin 22
geeft
Alisa
een feestje
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 23 - Sleepvraag
zin 23
kunnen
de leerlingen
uitslapen
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 24 - Sleepvraag
zin 24
gaat
zwemmen
Maksym
Slide 25 - Sleepvraag
zin 25
Op de deur
hangt
een briefje
Slide 26 - Sleepvraag
zin 26
moet
starten
je
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 27 - Sleepvraag
zin 27
maakt
een bookwidget
hij
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 28 - Sleepvraag
zin 28
Vandaag
gaan
trainen
Milad en Yusuf
Zet de zin in de goede volgorde
Slide 29 - Sleepvraag
Wie
?
graag
thee
drinkt
Slide 30 - Sleepvraag
Hoe laat
?
Mohamed
slapen
gaat
Slide 31 - Sleepvraag
Wat
?
vind
van OKAN
jij
Slide 32 - Sleepvraag
Maak een ja/nee-vraag
?
van wiskunde
Houdt
Aminata
Slide 33 - Sleepvraag
Maak een ja/nee-vraag
?
eet
jij
graag
champignons
Slide 34 - Sleepvraag
Maak een ja/nee-vraag over de foto.
Slide 35 - Open vraag
Maak een vraagwoordvraag over de foto.
Slide 36 - Open vraag
Maak een vraagwoordvraag over de foto.
Slide 37 - Open vraag
Maak een ja/nee-vraag over de foto.
Slide 38 - Open vraag
Maak een normale zin bij de foto.
Slide 39 - Open vraag
Vragen?
Slide 40 - Woordweb
Heb je veel geleerd?
😒🙁😐🙂😃
