Literaire begrippen en lezen 5

Literaire begrippen en lezen 5
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Literaire begrippen en lezen 5

Slide 1 - Tekstslide

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Korte herhaling vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Op welke manieren kan een verhaal opgebouwd worden? Noem de 3 begrippen.

Slide 4 - Open vraag

Het verhaal begint als een sprookje.
A
Ab ovo
B
In medias res
C
Post rem

Slide 5 - Quizvraag

Pak je mindmap
Schrijf mee als de docent uitleg geeft over de literaire begrippen.
Gebruik de achterkant voor de theorie en de voorkant voor je eigen boek.

Slide 6 - Tekstslide

Slot van het verhaal: open of gesloten einde

Een verhaal/boek eindigt ook niet altijd daar waar het ook echt helemaal afgelopen is. Soms blijft de belangrijkste vraag uit het boek nog onbeantwoord.

Wat is de belangrijkste vraag? Is die beantwoord? 

Slide 7 - Tekstslide

Open en gesloten einde
  • Gesloten: verhaalprobleem (=belangrijkste vraag) is opgelost.
  • Open: verhaalprobleem is niet opgelost.

Slide 8 - Tekstslide

Welke van de volgende beweringen is of zijn juist?
I “En zij leefden nog lang en gelukkig” als einde van een sprookje is een voorbeeld van een gesloten einde.
II Bij een open einde weet je nooit hoe het verhaal is afgelopen.
A
alleen I is juist
B
alleen II is juist
C
zowel I als II is juist
D
zowel I als II is onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Gesloten einde
Open einde
Epiloog
De afloop wordt niet verteld. 
Een hoofdstuk na het laatste hoofdstuk. Geeft terugblik op de gebeurtenissen.
Alle vragen, ook de belangrijkste, zijn door het verhaal beantwoord.

Slide 10 - Sleepvraag

Waar hou je meer van: een open of een gesloten einde? Licht je antwoord toe.

Slide 11 - Open vraag

Lezen 5

Slide 12 - Tekstslide

Wat je moet kennen voor de toets:
de theorie uit de toolboxen uit deze cursus (les 1)
criteria voor betrouwbaarheid van een tekst (les 4)
het begrip kleur van een tekst (les 4)
het verschil tussen misleiding en satire (les 4).
Wat moet je kunnen:
de theorie uit de toolboxen toepassen op een tekst (les 3, 4 en 5)
een tekst kritisch kunnen lezen en beoordelen op betrouwbaarheid op basis van de criteria (les 4).
Toolboxen om te bestuderen:
  • Bronnen     
  • Feiten en meningen
  • Kleur van een tekst
  • Leesmanieren
  • Leesmotor
  • Moeilijke woorden























  • Onderwerp en hoofdgedachte
  • Online lezen
  • Signaalwoorden
  • Tekstdoelen en tekstsoorten
  • Tekstgeraamte
  • Tien vragen voor tekstbegrip
  • Verwijswoorden




Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk volgende les ( maandag 7 oktober)

Je hebt een quiz of eenvoudig spel gemaakt over lezen 1 t/m 4, zie ook opdracht 2 van lezen 5 les 1.

Slide 14 - Tekstslide

Lezen 5 Les 2 'De gelukzoeker'
Zit je nog niet in Blink dan log je in via:

Magister->leermiddelen->blink onderbouw-> leerjaar 3->3hi

Wacht dan even want dan geef ik je toegang tot de les:-).

Slide 15 - Tekstslide