- Literaire begrippen: 1. Ruimte 2. Personages 3. Opbouw van een verhaal (open en gesloten einde).
- Creatieve schrijfopdracht.
Slide 9 - Tekstslide
Minitijdschrift
timer
5:00
Slide 10 - Tekstslide
Pagina 1: Kaft
Titel van het boek
Schrijver van het boek
Jouw naam en klas
Maak een mooie voorkant door die van het boek na te tekenen of er zelf een te ontwerpen.
Slide 11 - Tekstslide
Pagina 2: Genre-thema's
Genre: Wat voor soort boek is het?
Bijvoorbeeld een oorlogsboek, tienerroman, fantasy, thriller, etc.
Thema’s: Wat zijn onderwerpen die voorkomen in het boek?
Bijvoorbeeld vriendschap, liefde, rouw, ziekte, etc.
Slide 12 - Tekstslide
Pagina 3: Tijd en ruimte
Tijd: In welke tijd speelt het verhaal zich (ongeveer) af?
Geef ook aan hoe je dat weet door bijvoorbeeld het gebruik van technologie, social media, etc.
Ruimte: waar speelt het verhaal zich af?
Slide 13 - Tekstslide
Pagina 4: Personages
Wie zijn de hoofdpersonen in het boek?
Welke rol spelen ze in het verhaal?
Slide 14 - Tekstslide
Pagina 5: Teken een personage
Maak een tekening van een van de personages.
Zonder plaatjes kun je ook een idee hebben van hoe een personage eruit ziet.
Slide 15 - Tekstslide
Pagina 6: Jouw mening
Zeg in één zin wat je van het boek vond. Dat moet meer zijn dan alleen: “Ik vond het een leuk boek.”
Geef drie waarderingswoorden. Bijvoorbeeld: spannend, mooi, ontroerend, verwarrend, etc.
Slide 16 - Tekstslide
Pagina 7: Aanbevelingen
Als iemand dit boek leuk vind, welke zou diegene dan ook moeten lezen?
Geef minimaal twee tips voor andere boeken.
Is je boek deel van een serie? Dan mag maar één van die tips volgende delen van de serie zijn.
De website boekenzoeker.be is een handig hulpmiddel
Slide 17 - Tekstslide
Pagina 8: Samenvatting
Schrijf een heel korte samenvatting van het boek.
Let op: je hebt maar heel weinig ruimte.
Slide 18 - Tekstslide
Literaire begrippen
Ze helpen je om je boek/verhaalde te snappen en er zo meer uit te halen.
- Ruimte
- Personages >karaktereigenschappen
- Opbouw van een verhaal (open en gesloten einde)
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
Ruimte
Ruimte: waar speelt het verhaal zich af?
Slide 20 - Tekstslide
Personages
Belangrijk onderdeel van het verhaal
Hoofdpersonages, bijfiguren
Slide 21 - Tekstslide
Karaktereigenschappen
personages - karaktereigenschappen
Slide 22 - Tekstslide
voorbeelden van karaktereigenschappen van personages
Slide 23 - Tekstslide
Opbouw van een verhaal: open of gesloten einde
Een verhaal/boek eindigt ook niet altijd daar waar het ook echt helemaal afgelopen is. Soms blijft de belangrijkste vraag uit het boek nog onbeantwoord.
Wat is de belangrijkste vraag? Is die beantwoord?
Slide 24 - Tekstslide
Open en gesloten einde
Gesloten: verhaalprobleem (=belangrijkste vraag) is opgelost.
Open: verhaalprobleem is niet opgelost.
Slide 25 - Tekstslide
Creatieve schrijfopdracht
'De opvliegende kat'
timer
20:00
Slide 26 - Tekstslide
Huiswerk 8 maart
Maak thuis de opdrachten 1 tot en met 5 van het verhaal 'De opvliegende kat' af en neem het mee naar de les .
- Leesboek meenemen!
Slide 27 - Tekstslide
We gaan 10 minuten lezen
timer
10:00
Slide 28 - Tekstslide
Het verhaal de opvliegende kat
Peerfeedback geven in tweetallen.
Peer(=tussen gelijken> tussen leerlingen)
Feedback (=terugkoppeling)
Peerfeedback=wanneer leerlingen elkaar terugkoppeling geven
Peerfeedback geven in tweetallen op het afloop van het verhaal
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Wat ga je doen?
- In tweetallen lees je van elkaar de afloop van het verhaal over de opvliegende kat.
- Geef 2 tips en 2 tops.
-Schrijf de tips & tops bij het verhaal van je klasgenoot met wie een tweetal vormt.
- Als je klaar bent, doe je je eigen verhaal thuis in je fictiedossier.