Paragraaf 5.1 - Aan de slag!

Lesdoelen 5.1
  1. Je kunt uitleggen welke arbeidsmotieven er zijn
  2. Je kunt uitleggen hoe de hoogte van je loon wordt bepaald
  3. Je kunt je nettoloon berekenen
  4. Je kunt het verschil zien tussen wit, grijs en zwart werken
  5. Je kunt uitleggen wat het minimumloon is
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen 5.1
  1. Je kunt uitleggen welke arbeidsmotieven er zijn
  2. Je kunt uitleggen hoe de hoogte van je loon wordt bepaald
  3. Je kunt je nettoloon berekenen
  4. Je kunt het verschil zien tussen wit, grijs en zwart werken
  5. Je kunt uitleggen wat het minimumloon is

Slide 1 - Tekstslide

Deeltijd of voltijd?
Deeltijdbaan of parttimebaan:
- Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
- Je kunt wel gewoon in vaste dienst zijn.

Voltijdbaan of fulltimebaan:
- Je werkt het volledige aantal uren.
- circa 36 uur

Slide 2 - Tekstslide

Waarom werken juist vrouwen veel deeltijd?

Slide 3 - Open vraag

Wat houdt een voltijdbaan in?
A
Je werkt het volledige aantal uren.
B
Je werkt minder dan het volledige aantal uren.

Slide 4 - Quizvraag

Cao en bedrijfstak
Een cao is een collectieve arbeidsovereenkomst. In de cao staan de arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen in een bepaalde bedrijfstak.
Een bedrijfstak is een groep gelijksoortige bedrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Cao en vakbonden

De cao-afspraken zijn gemaakt door vakbonden en organisaties van werkgevers. Een vakbond is een vereniging waar werknemers lid van kunnen zijn.
Vakbonden komen op voor de belangen van de werknemers.

Slide 6 - Tekstslide

Banen
Een vaste baan is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Een tijdelijke baan is een baan voor bepaalde tijd. Het contract loopt af op de afgesproken einddatum.

Slide 7 - Tekstslide

Banen
Uitzendwerk is ook tijdelijk, je weet niet altijd voor hoelang. Bedrijven kunnen via een uitzendbureau personeel inhuren. Het uitzendbureau neemt jou in dienst en betaalt jou je loon. Het werk doe je bij het bedrijf dat jou inhuurt.

Met een oproepcontract werk je alleen als het bedrijf je oproept om op bepaalde tijden te komen werken.

Slide 8 - Tekstslide

Flexwerkers
Uitzendkrachten en oproepkrachten zijn flexwerkers. Ze hebben een flexibele baan. Want ze werken alleen wanneer de werkgever ze nodig heeft.

Bedrijven zetten graag flexwerkers in. Als de drukte voorbij is, houdt het werk op en hoeft de werkgever geen loon meer te betalen.

Slide 9 - Tekstslide

Proeftijd
Bij een nieuwe baan spreek je een proeftijd af om te kijken of het bevalt.
Tijdens de proeftijd mag de werknemer en/of de werkgever op ieder moment de arbeidsovereenkomst beëindigen.

Bij tijdelijk werk van een half jaar of korter is een proeftijd niet toegestaan.

Slide 10 - Tekstslide

Er zijn 2 soorten arbeidsvoorwaarden:
PRIMAIRE arbeidsvoorwaarden:
Dit zijn de hoofdzaken die je afspreekt: loon- en werktijden (waaronder ook pensioen en vakantieregeleling).

SECUNDAIRE arbeidsvoorwaarden:
De overige voorwaarden zoals studiemogelijkheden, onkostenvergoeding, verlofregeling, auto van de zaak, etc.

Slide 11 - Tekstslide

Wat staat er NIET in de primaire arbeidsvoorwaarden?
A
werktijden
B
loon
C
studiemogelijkheden
D
vakantiedagen

Slide 12 - Quizvraag

Wat staat er NIET in de secundaire arbeidsvoorwaarden?
A
onkostenvergoedingen
B
loon
C
auto van de zaak
D
verlofregelingen

Slide 13 - Quizvraag

Wat doet een vakbond?
A
Komt op voor de belangen van werknemers
B
Komt op voor de belangen van werkgevers
C
Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.
D
Komt op voor de belangen van werkgevers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden

Slide 14 - Quizvraag

Wat houdt een deeltijdbaan in?
A
Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
B
Je werkt het volledige aantal uren.

Slide 15 - Quizvraag

Welkom, wat fijn dat je er bent!

  1. Open je boek op blz. 132
  2. Open je schrift voor een opdracht
  3. Pak een pen & rekenmachine
  4. Mobiel in de telefoontas
  5. Kauwgom uit + eten en drinken weg

timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Wat gaan wij deze les doen?
Beginnen aan tweede deel van paragraaf  5.1 door middel van:
- Uitleg
- Opdrachten uit het boek

Maar eerst eerste de uitleg uit de vorige les herhalen!


Slide 17 - Tekstslide

Herhalen vorige les
1. Wat is het verschil tussen een voltijd- en een deeltijdbaan?
2. Wat is een CAO en wat houdt het precies in?
3. Waarom zetten bedrijven graag flexwerkers in?
4. Wat houdt een proeftijd precies in?
5. Noem twee dingen die in de secundaire              
    arbeidsvoorwaarden staan.
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Loon
Brutoloon is het loon dat je met je werkgever hebt afgesproken. Over dit loon houdt je werkgever loonbelasting en sociale premies in. Die draagt je werkgever af aan de overheid.

Wat er daarna overblijft is het nettoloon.
Het nettoloon is het loon dat je uiteindelijk uitbetaald krijgt.

Slide 19 - Tekstslide

Berekening nettoloon
Stap 1: loonbelasting + sociale premies
Stap 2: brutoloon - stap 1

oftewel

             brutoloon – (loonbelasting + sociale premies)



Slide 20 - Tekstslide

Wetten
Er zijn wetten die werknemers beschermen.

-In de Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Arbo is een afkorting van arbeidsomstandigheden.

-De Arbeidstijdenwet geeft regels voor werk- en rusttijden. Voor jongeren gelden aparte regels, afhankelijk van hun leeftijd.


Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld
Het brutoloon van Liv is €3.689. Haar werkgever houdt €827 loonbelasting in en €374 aan sociale premies. Bereken het nettoloon van Liv.

Slide 22 - Tekstslide

Wettelijk minimumloon
Als werknemer van 23 jaar en ouder heb je recht op het wettelijk minimumloon. Dat is het bedrag dat je minstens moet verdienen met een voltijdbaan.

Als je jonger bent, gelden lagere bedragen. Dat heet het minimumjeugdloon. Het minimumjeugdloon stijgt als je ouder wordt.

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 2 t/m 10 van par. 5.1 op blz.132

Stap 2: Maak de oefenopgaven van par. 5.1 op blz.150
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Welkom, wat fijn dat je er bent!

  1. Open je boek op blz. 132
  2. Open je schrift voor een opdracht
  3. Pak een pen & rekenmachine
  4. Mobiel in de telefoontas
  5. Kauwgom uit + eten en drinken weg

timer
2:00

Slide 25 - Tekstslide

Herhalen
1. Wat houdt het wettelijk minimumloon in?
2. Wat is het verschil tussen bruto- en nettoloon?
3. Welke houdt de Arbowet in?
4. Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 2 t/m 10 van par. 5.1 op blz.132

Stap 2: Maak de oefenopgaven van par. 5.1 op blz.150
timer
6:00
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide