3.1 Afronden en de waarde van getallen

Een getal bestaat uit meerdere cijfers.


Elk cijfer heeft een andere waarde.
voorbeeld: het getal 3.971,54 bestaat uit 6 cijfers.

Het cijfer 3 is 3000 waard en is een duizendtal

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Een getal bestaat uit meerdere cijfers.


Elk cijfer heeft een andere waarde.
voorbeeld: het getal 3.971,54 bestaat uit 6 cijfers.

Het cijfer 3 is 3000 waard en is een duizendtal

Slide 1 - Tekstslide

3.971,54

Slide 2 - Tekstslide

Nu het getal 8.745,13 wat is de naam van elk getal?
8
7
4
5
1
3
.
,
duizendtal
honderdtal
tiental
eenheid
honderdste
tiende
punt
komma

Slide 3 - Sleepvraag

afronden
Afronden op eenheden wordt ook wel afronden op helen genoemd. Maar wat moet je dan doen?

                            naar het eerste cijfer achter de komma.
  • Is dat cijfer 5 of hoger? Tel dan 1 op bij de eenheden.
  • Is dat cijfer lager dan 5? Laat de eenheden dan hetzelfde

Slide 4 - Tekstslide

Let op je mag hier geen = gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

afronden op helen 3,2
A
≈ 3
B
≈ 3,3

Slide 6 - Quizvraag

afronden op helen 6,8
A
≈ 6
B
≈ 7

Slide 7 - Quizvraag

afronden op helen 123,6
A
≈ 123,7
B
= 124
C
≈ 124
D
≈123,5

Slide 8 - Quizvraag

afronden op helen 99,8
A
≈ 99
B
≈ 100

Slide 9 - Quizvraag

Decimalen

Een getal achter de komma heet een decimaal.

  • Het getal 3,5 heeft dus 1 decimaal
  • Het getal 3,765 heeft 3 decimalen


Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel decimalen heeft het getal
2,5067

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel decimalen heeft het getal
3,010495

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel decimalen heeft het getal
912,3345

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel decimalen heeft het getal
566,9981

Slide 14 - Open vraag

Is dit een getal of een cijfer?
3,14159

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel decimalen heeft het getal/cijfer?
3,14159

Slide 16 - Open vraag

Welke waarde heeft het cijfer 4?
3,14159
A
4 honderdste
B
0,04
C
4
D
4 tienden

Slide 17 - Quizvraag

Rond het getal af op helen?
3,14159

Slide 18 - Open vraag


Slide 19 - Open vraag

1,9
2,1
8,0
1,8
9,2
4
5,34
6,16
7
0,9

Slide 20 - Sleepvraag

1,9 ______ 1,8
A
<
B
>
C
=

Slide 21 - Quizvraag

5,4 ______ 5,40
A
<
B
>
C
=

Slide 22 - Quizvraag

3,8 ______ 4,2
A
<
B
>
C
=

Slide 23 - Quizvraag

28,3 ______ 33
A
<
B
>
C
=

Slide 24 - Quizvraag

0,00 ______ 0,000
A
<
B
>
C
=

Slide 25 - Quizvraag

afronden op 1 of meer decimalen
  • Moet je afronden op 2 decimalen                 dan naar het derde cijfer achter de komma. 
  • Datzelfde geld voor meer decimalen,                altijd 1 decimaal verder.

  • Moet je afronden op 4 decimalen,                  dan naar de vijfde.


Slide 26 - Tekstslide

afronden op 2 decimalen een voorbeeld

Het getal 2,538   De 8 is hoger dan 5 en dus moet je 1 optellen bij het tweede decimaal.

Bij afronden op 2 decimalen krijg je dan het getal 2,54

Slide 27 - Tekstslide

afronden op 2 decimalen 123,689
A
≈ 123,68
B
= 123,69
C
≈ 123,69
D
≈123,70

Slide 28 - Quizvraag

afronden op 2 decimalen 328,599
A
≈ 328,50
B
= 328,50
C
≈ 328,61
D
≈ 328,60

Slide 29 - Quizvraag

afronden op 4 decimalen 7,52153
A
≈ 7,5215
B
= 7,5215
C
≈ 7,5216
D
≈ 7,5217

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide