Introductieles Quiz

Introductieles Quiz
Parlementaire democratie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Introductieles Quiz
Parlementaire democratie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke stad zit het nationale bestuur van Nederland?
A
Meppel
B
Groningen
C
Den Haag
D
Amsterdam

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de huidige minister-president van Nederland?
A
Mark Rutte
B
Geert Wilders
C
Thierry Baudet
D
Lodewijk Asscher

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zetels heeft de grootste partij van Nederland behaald bij de afgelopen verkiezingen?
A
20
B
37
C
45
D
62

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer in Nederland?
A
120
B
100
C
150
D
200

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke lijsttrekker hoort bij welke partij? 

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is lijsttrekker van welke politieke partij?

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vier partijen zijn nu aan het overleggen om samen te regeren?

Slide 8 - Open vraag

PVV, VVD, NSC, BBB
Tijdens de bespreking van welk vraagstuk liep Wilders weg van de onderhandelingstafel?
''het liep voor geen meter bij... ''

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel dagen zijn we bezig met de formatie? (als vandaag woensdag is)
A
34 dagen
B
87 dagen
C
147 dagen
D
299 dagen

Slide 10 - Quizvraag

D: is de langste formatieduur tot nu toe (rutte IV)
Hoeveel dagen zal de formatie nog duren denk je?
0100

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

In welk kabinet zat de eerste vrouwelijke minister?
A
Drees III (1956)
B
Balkenende II (2003)
C
Lubbers (1982)
D
Van Agt (1977)

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Orgaandonatiewet (2016) werd met 75 stemmen voor en 74 tegen aangenomen. Wat is er gebeurd met de laatste stem die de wet had kunnen tegenhouden? Het kamerlid:
A
was ziek
B
was ontvoerd
C
was gevallen
D
miste de trein

Slide 13 - Quizvraag

PvdD-Kamerlid Frank Wassenberg die tegen zou stemmen miste de trein. In 1900 gebeurde iets soortgelijks met de aanname van de Leerplichtwet (viel van paard)
Wie heeft het over 'motie diarree' en wat wordt hiermee bedoelt?

Slide 14 - Open vraag

Henry Bontebal (CDA). Het aantal moties dat partijen mogen indienen moet gelimiteerd worden. Het is nu zoveel dat het amper verwerkt kan worden
Hoeveel fracties heeft de Tweede Kamer op het moment?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke politieke stroming hoort de partij van de verkiezingsposter?
A
Socialisten
B
Liberalen
C
Confessionelen
D
Populisten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als minister heb je dan ook stemrecht?
A
ja
B
nee
C
soms
D
3 keer

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke partij heeft het ministerie van Landbouw, natuur en voedselkwaliteit in Rutte III en IV?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gingen op 15 april Georgische parlementsleden met elkaar op de vuist?

Slide 19 - Open vraag

wetsvoorstel 'buitenlandse agenten'.
Kritiek ook vanuit Brussel, maakt vervolgen dissidenten makkelijker.