Ontkenning (niet/geen)

De ontkenning
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De ontkenning

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Maak de zinnen ontkennend
Adam en Cassian luisteren altijd.
Ik zit in de les.
Ik ben blij. 
Ik heb een leuke klas.
Drink jij koffie?
Wij hebben twee telefoons.
Hij gaat graag naar de stad.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je geen?
1. Voor een de-woord of het-woord
dat niet specifiek wordt gebruikt.

2. Bij stofnamen (koffie, thee, 
suiker, zand, goud, zilver, hout
, papier, enz.



Tom drinkt geen water.
Diana heeft geen rode pen.
Ik heb geen zin in rekenen.
Denis heeft geen papier.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je niet?
Khuzama werkt niet.

Na een werkwoord
Belal is niet boos.
Voor een bijvoeglijk naamwoord
De kat ligt niet op de grond.
Voor een voorzetsel
Ali komt niet te laat.
Voor andere woorden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Vandaag hebben we .... huiswerk.
A
niet
B
geen

Slide 7 - Quizvraag

Ik vind wandelen .... leuk.
A
niet
B
geen

Slide 8 - Quizvraag

Ik heb .... geslapen.
A
niet
B
geen

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb hier .... computer.
A
niet
B
geen

Slide 10 - Quizvraag

Waarom ben je .... op tijd?
A
niet
B
geen

Slide 11 - Quizvraag

Ik drink .... cola.
A
niet
B
geen

Slide 12 - Quizvraag

Ik hou .... van koffie.
A
niet
B
geen

Slide 13 - Quizvraag

Zij heeft ........... zin in thee.
A
niet
B
geen

Slide 14 - Quizvraag

Wil ze ook .............. koekje?
A
niet
B
geen

Slide 15 - Quizvraag

Heb je ............... huiswerk gemaakt?
A
niet
B
geen

Slide 16 - Quizvraag

Heb je ............... boek mee genomen?
A
niet
B
geen

Slide 17 - Quizvraag

Maak nu de opdrachten!

Slide 18 - Tekstslide

1                                                        
Wat weet je over niet/geen?          
Vertel 1 ding dat je geleerd hebt. 

2                                                         
Maak een zin met niet of geen.     
   
3                                                        
Wat vond je van deze les?              
Geef je mening!                               


Slide 19 - Tekstslide