Doelgroepen_ Les 4 _ LVB

Doelgroepen - Les 4

Gehandicapten zorg
LVB
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Doelgroepen - Les 4

Gehandicapten zorg
LVB

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Aanwezigheid
Leerdoelen
Terugblik
Theorie Gehandicapte zorg
Theorie LVB 
Opdrachten
Evaluatie lesdoelen
Afronden

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet het verschil tussen een ziekte, stoornis, beperking en handicap
  • Je weet wat de term comorbiditeit betekent
  • Je hebt aandachtig gekeken en geluisterd naar de documentaire en de aandoeningen verwerkt in de opdracht
  • Kun je uitleggen wat LVB is
  • Heb je inzicht in de IQ indeling
  • Heb je een tip en top gegeven aan de docent

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Welke verslavingen zijn er? 

Op welke 3 gebieden kan je problemen hebben met je verslaving?

Slide 5 - Tekstslide

wat is wat?
Ziekte --> Tijdelijk of chronisch, zowel fysiek als mentaal
Afwijking --> Afwijking van de norm
Stoornis --> Orgaan of systeem verstoot
Beperking --> Gevolg van een stoornis
Handicap --> Eigen kijk van de persoon, geen volwaardig lid voelen van de samenleving 

 

Slide 6 - Tekstslide

Gehandicaptenzorg voor wie?
  • Mensen met een verstandelijke beperking
  • Mensen met een lichamelijke beperking
  • Mensen die revalideren
  • Mensen met een chronische ziekten
  • Mensen met een meervoudige beperking

Slide 7 - Tekstslide

Comorbiditeit
Comorbiditeit: de aanwezigheid van een aandoening naast een primaire, centraal staande, ziekte of aandoening.

Multimorbiditeit: de aanwezigheid van twee of meer chronische aandoeningen waarbij de ene aandoening niet méér centraal staat dan een andere.  

 

Slide 8 - Tekstslide

Wissel van onderwerp

Slide 9 - Tekstslide

LVB
  • Wat betekent LVB?
  • Wat betekent IQ?
  • Hoe hoog zou het IQ zijn van iemand met een LVB?
  • Welk percentage van de Nederlandse bevolking heeft een LVB?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waar staan de letters LVB voor
A
Leerbaarheid, Beheersbaarheid, Veiligheid
B
Lokale, Beleidsgroep, Veiligheid
C
Licht, Verstandelijke, Beperking
D
Lunch, Voor, Beperkte

Slide 12 - Quizvraag

Licht verstandelijk beperkt

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Gebruik voor de opdracht 
Boom: Mensen 
Hfd: 13.1. Verstandelijke beperking

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 
Boek : Mensen
Hoofdstuk : 13
Opdrachten : 5 & 7

Slide 16 - Tekstslide

Evaluren lesdoelen
  • Je weet het verschil tussen een ziekte, stoornis, beperking en handicap
  • Je weet wat de term comorbiditeit betekent
  • Je hebt aandachtig gekeken en geluisterd naar de documentaire en de aandoeningen verwerkt in de opdracht
  • Kun je uitleggen wat LVB is
  • Heb je inzicht in de IQ indeling

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 
Voor deze les kun je een keuze maken uit twee verschillende onderzoeken die je gaat uitvoeren:
Keuze 1: Kunnen twee mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) samen een kind krijgen?
Keuze 2: Kunnen kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking regulier (basis)onderwijs volgen?

Je mag deze opdracht in tweetallen doen

Slide 19 - Tekstslide

Optie 1: Kunnen mensen met LVB een kind krijgen
Twee mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) willen graag een kind samen. 
Onderzoek: 
1. Onderzoek of dit überhaupt mogelijk is in Nederland? 
2. Zoek minimaal 3 artikelen hierover op en voeg ze toe aan je verslag. 
Reflectie: 
3. Vind jij dat dit moet kunnen (en waarom dan wel of niet)? 
4. Vind jij dat dit stel extra ondersteuning moet krijgen vanuit officiële instanties (en waarom dan wel of niet)? Onderbouw je mening zorgvuldig.

Slide 20 - Tekstslide

Optie 2: kunnen mensen met een beperking naar regulier onderwijs
Kunnen kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking regulier (basis)onderwijs volgen? 
Onderzoek:
 1. Is dit mogelijk in Nederland? 
2. Zo ja, voor welke kinderen met welke aandoening/beperking is het mogelijk en tot welke leeftijd? 
3. Wat betekent dat voor de scholen? Denk daarbij aan de school zelf en de leerkrachten. 
4. Zoek minimaal 3 artikelen hierover op en voeg ze toe aan je verslag. 
Reflectie: 
5. Wat vind jij persoonlijk hiervan? Vind jij dat het moet kunnen? Vertel waarom jij het er wel of niet mee eens bent en vooral…. waarom dat zo is!

Slide 21 - Tekstslide