Samen leven

Samen leven
Burgerschap - Participatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samen leven
Burgerschap - Participatie

Slide 1 - Tekstslide

Sociaal maatschappelijke dimensie

De bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren
Kortom, het kunnen functioneren in de eigen woon- en leefomgeving

Slide 2 - Tekstslide

Voorwaarden
  • Je kent geaccepteerde sociale omgangsvormen en kan deze toepassen in verschillende situaties
  • Je hebt inzicht in de kenmerken van verschillende culturen en je toont respect in opvattingen en gedrag voor culturele diversiteit
  • Je voelt je zelf geaccepteerd in je zijn je hebt voldoende zicht op wie je bent

Slide 3 - Tekstslide

Vind jij Nederland een tolerant land?
Leg uit waarom wel/niet

Slide 4 - Open vraag

Noem 3 voorbeelden van diversiteit.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verschil tussen sekse en gender?

Slide 6 - Open vraag

Artikel 1
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe divers is jouw eigen omgeving?

Slide 8 - Open vraag

In hoeveel landen ter wereld is homoseksualiteit strafbaar?
A
30 landen
B
50 landen
C
70 landen
D
100 landen

Slide 9 - Quizvraag

Op welk terrein voelen Nederlands zich het meeste gediscrimineerd?
A
In het onderwijs
B
Op het werk
C
Op straat
D
Thuis

Slide 10 - Quizvraag

Waar komt leeftijdsdiscriminatie het meeste voor?
A
In het onderwijs
B
Op het werk
C
Op straat
D
Thuis

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel procent van de Nederlanders heeft weleens te maken gehad met discriminatie?
A
6 procent
B
12 procent
C
27 procent
D
52 procent

Slide 12 - Quizvraag

Op basis van welke grond wordt er het meeste gediscrimineerd in Nederland?
A
Op basis van geloof
B
Op basis van uiterlijk
C
Op basis van geslacht
D
Op basis van leeftijd

Slide 13 - Quizvraag

Als mannen en vrouwen dezelfde functie hebben en er even lang werken, verdienen zij gemiddeld ongeveer evenveel geld.
A
Waar
B
Niet waar
C
Who run the world: Girls
D
Geef me gewoon geld

Slide 14 - Quizvraag

Op basis van gelijkheid tussen mannen en vrouwen staat Nederland wereldwijd op plaats:
A
Op plaats 1
B
Op plaats 8
C
Op plaats 15
D
Op plaats 38

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel procent van de Nederlanders is religieus?
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 16 - Quizvraag

Welke religie wordt het meest aangehangen in Nederland?
A
Katholicisme
B
Protestantisme
C
Islam
D
Hindoeïsme

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent tolerantie?
A
Gewoon aardig zijn tegen elkaar
B
Maakt me eigenlijk niet zoveel of je op mannen valt, of je Joods bent of dat je in een rolstoel zit
C
Als je een andere mening hebt, vind ik dat echt helemaal prima
D
Ik heb echt geen idee

Slide 18 - Quizvraag

Nederland werd jarenlang gezien als een van de tolerantste landen ter wereld. Waarom?
A
Omdat wij een van de eerste landen waren met de vrijheid van meningsuiting
B
Omdat er zoveel culturen in Nederland wonen
C
Vanwege onze houding ten opzichte van drugs en seksualiteit
D
Omdat er jarenlang geen racisme en discriminatie voorkwam

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent discriminatie?
A
Als je vindt dat het ene ras beter is als het andere
B
Iemand ongelijk behandelen op basis van bijvoorbeeld afkomst of handicap
C
Als je mensen voortrekt omdat ze ergens meer geschikt voor zouden zijn

Slide 20 - Quizvraag

Participatie
De overheid vraagt van haar burgers inzet om bij te dragen aan jouw leefomgeving. 
Op welke manieren kun je dat doen?
Welke instanties, regelingen of maatschappelijke organisaties ken jij die bijdragen aan de verbetering van de leefomgeving of die ondersteuning bieden aan inwoners van Nederland?

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Zoek een instantie of organisatie die jou aanspreekt en die bijdraagt aan de samenleving. 
Maak een korte presentatie over jouw keuze en benoem welk maatschappelijk doel ze dienen, hoe ze de kosten dekken, of ze gebruik kunnen maken van subsidie, wat de verhouding betaalde krachten/vrijwilligers is, wie gebruik maakt van de service etc (ongeveer 5 slides).

Slide 22 - Tekstslide