In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Insecten
Slide 1 - Tekstslide
Welke insecten ken jij?
Slide 2 - Woordweb
Wat zijn insecten?
Insecten zijn beestjes waarbij het skelet aan de buitenkant van het lichaam zit. Bij bijvoorbeeld een mens of een vogel zit het skelet aan de binnenkant van het lichaam.
Insecten worden vaak gezien als kleine, enge, kriebelbeestjes.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Waarom hebben mensen en dieren een skelet nodig?
Slide 5 - Open vraag
Welk dier is dit?
A
Libelle
B
Kever
C
Krekel
D
Mier
Slide 6 - Quizvraag
Welk dier is dit?
A
Tor
B
Kever
C
Kakkerlak
D
Wesp
Slide 7 - Quizvraag
Welk dier is dit?
A
Vlinder
B
Libelle
C
Wesp
D
Bij
Slide 8 - Quizvraag
Welk dier is dit?
A
Kever
B
Sprinkhaan
C
Libelle
D
Vlinder
Slide 9 - Quizvraag
Welk dier is dit?
A
Kever
B
Sprinkhaan
C
Libelle
D
Vlinder
Slide 10 - Quizvraag
Welk dier is dit?
A
Kever
B
Sprinkhaan
C
Libelle
D
Vlinder
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Wat kan een vijand zijn voor een vlinder?
A
De mens
B
Een slang
C
Een ijsbeer
D
Een koala
Slide 13 - Quizvraag
Slakken
Wist je dat...
Slakken worden geboren met hun huisje? Deze groeit stapje voor stapje mee en wordt dus steeds groter.
Slide 14 - Tekstslide
Bijen
Wist je dat...
Je ongeveer 500 bijen nodig hebt voor een potje honing?
Slide 15 - Tekstslide
Wormen
Wist je dat...
Er 1 miljoen wormen in een weiland leven?
Slide 16 - Tekstslide
Mieren
Wist je dat...
Mieren extra sterke poten hebben zodat ze heel snel kunnen rennen & ook nog eens super sterk zijn?
Slide 17 - Tekstslide
Vliegen
Wist je dat...
Vliegen proeven en ruiken met hun poten? Ze hebben speciale organen op de haren van hun poten waarmee ze de spaken en geuren kunnen opvangen.