herhalen planten 1 examen

thema 1 planten 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare school

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

thema 1 planten 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

+
Maak de reactie van de verbranding kloppend.
+
+
Koolstof-
dioxide
Zuurstof
Water
Energie
Glucose

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

+
Maak de reactie van de fotosynthese kloppend.
+
+
Koolstof-
dioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht (=energie)
Glucose

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese
Verbranding

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overdag:
1. Kan de plant glucose maken door middel van fotosynthese.


2. Kan de plant glucose verbranden om alle cellen te laten werken. 
's Nachts:
1. Kan de plant niet aan fotosynthese doen (er is geen zonlicht). 

2. De plant gebruikt zijn reservestoffen (zetmeel) om aan verbranding te doen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorganische stof
Bladgroenkorrels
Fotosynthese
Glucose
Huidmondje
Nerf
Organische stof
Stofwisseling
Verbrandingsproduct
korrels in de cellen van de groene delen van een plant,
waarmee de plant aan fotosynthese kan doen
stof die gemaakt is door organismen
stof afkomstig uit de levenloze natuur
stof die ontstaat bij verbranding
vaatbundel in een blad waar stoffen door kunnen worden vervoerd
alle reacties waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen
proces in een plant waarbij glucose en zuurstof
ontstaan uit anorganische stoffen
opening in het blad waardoor gassen het blad in en uit kunnen gaan
suiker dat ontstaat bij fotosynthese

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoert water en mineralen naar boven
A
Houtvaten
B
Bastvaten
C
-
D
-

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vaten vervoeren water met glucose van de bladeren naar de wortel?
A
Alleen de houtvaten.
B
Alleen de bastvaten.
C
Zowel de bastvaten als de houtvaten.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de stroomrichting in bastvaten?
A
Vanuit bladeren naar andere delen van de plant
B
Vanuit de wortels omhoog

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kant stroomt het water in de houtvaten op?
A
Omhoog
B
Omlaag

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist:
In het donker kan er fotosynthese plaatsvinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist:
In planten vindt verbranding plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een indicator voor zetmeel is:
A
Joodoplossing
B
Helder kalkwater

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een indicator voor koolstofdioxide is:
A
Joodoplossing
B
Helder kalkwater

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insectenbloem
Windbloem

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Insectenbloem
Ziet er mooi uit:
  1. Gekleurde kroonblaadjes.
  2. Nectar onderin de bloem.
  3. Stamper en meeldraden bij elkaar.
  4. Lekkere geur
  5. Er zijn eigenlijk geen pollen in de lucht.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het vastzetten in de bodem een functie van de wortels?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neemt een plant via haarvaten water en mineralen op uit de bodem?
A
nee
B
ja

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je bloemen die alleen meeldraden hebben?
A
Mannelijke bloemen
B
Eenslachtig
C
Vrouwelijke bloemen
D
Tweeslachtig

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet een mannelijke geslachtscel van een plant?
A
Stamper
B
Stempel
C
Helmknop
D
Stuifmeelkorrel.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

B3
Bij bestuiving komt stuifmeel op .... van een bloem
A
Het vruchtbeginsel
B
De kroonbladeren
C
De stijl
D
De stempel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting of geen bevruchting:
een stuifmeelbuis groeit maar bereikt het zaadbeginsel niet
A
Bevruchting
B
Geen bevruchting

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting of geen bevruchting:
een stuifmeelkorrel valt op de stempel van een bloem
A
Bevruchting
B
Geen bevruchting

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting of geen bevruchting:
Een stuifmeelbuis groeit en de stuifmeelkorrel versmelt met de eicel
A
Bevruchting
B
Geen bevruchting

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ontstaat er
uit een zaadbeginsel na bevruchting?
A
een kiem
B
een zaad
C
een stuifmeelkorrel
D
een eicel

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat ontwikkelt zich
na de bevruchting
uit het vruchtbeginsel?
de bloem van een appelboom is bevrucht
A
de appel
B
een pitje in de appel
C
het vruchtvlees van de appel
D
het klokhuis van de appel

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

organische en anorganische stof
1. Voedsel
2. Neerslag
3. Lichtsterkte
4. Predator
5. Concurrentie
6. Nestgelegenheid
7. Temperatuur
8. Grondsoort
9. Zuurgraad (pH)
10. Zuurstofgehalte in het water


11. Parasieten
12. Planten
13. Bescherming door vegetatie
14. Wind
15. Luchtvochtigheid
16. Koolstofdioxide (CO2)

Slide 32 - Tekstslide

1.B
2.A
3.A
4.B
5.B
6.B
7.A
8.A
9.A
10.A
11.B
12.B
13.B
14.A
15.A
16.A


Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies