Theme 3 3KB Recap

Welcome class 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome class 3

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple = verleden tijd
werkwoord + -ed OF 2e rijtje onregelmatig
I work at a supermarked.        =       I worked at a supermarket last                                                                        year.
I saw him this morning.
In het verleden gebeurd en is nu afgelopen.

I ....... (clean) my room yesterday.

Slide 2 - Tekstslide

Present Perfect = voltooid tegenwoordige tijd
have / has + werkwoord + ed OF have/has + 3e rijtje.
I work at the supermarket    =    I have worked at a supermarket                                                                     for 2 years.
She has not seen him since the Christmas holiday.

In het verleden begonnen, maar gaat nu nog door.
In het verleden gebeurd en nu nog resultaat.

Slide 3 - Tekstslide

I lived in Rotterdam in 2010. 
I have lived in Breda since 2010.
past simple
present perfect

Slide 4 - Tekstslide

Hoe goed snap je deze grammatica?

oefening baart kunst dus we gaan hierna oefenen!
0100

Slide 5 - Poll

Batman left the building.
Batman has left the building.
Present Perfect
Past Simple

Slide 6 - Sleepvraag

Past simple

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ -ed of 2e rijtje
B
shit = hele ww+ -s
C
werkwoord + ing

Slide 7 - Quizvraag

de regel is ww + ed of 2e ritje

Kies de past simple.
A
worked
B
has worked

Slide 8 - Quizvraag

Kies de past simple.
A
cut
B
has cut

Slide 9 - Quizvraag

Present perfect:

Wat is de regel van de present perfect?
A
hele werkwoord + -ed. (worked)
B
shit rule= hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele werkwoord + -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (helped, found)

Slide 10 - Quizvraag

have/has + werkwoord-ed of have/has + 3e rijtje.
Kies de present perfect.
A
worked
B
has worked

Slide 11 - Quizvraag

Kies de present perfect.
A
get
B
has gotten

Slide 12 - Quizvraag

Grammar Theme 3
present perfect vs. past simple
both each all every none

De volgende dia's bevatten een korte uitleg. Lees ze door, daarna krijg je vragen. 



Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden voor de past simple?
A
for, since, yet, already, ever, never,
B
yesterday, last year, ago, when

Slide 14 - Quizvraag

Which signal words are used in the Present Perfect?
A
for, since, yet, already, ever, never,
B
yesterday, last week, last year, in 2010

Slide 15 - Quizvraag


Past simple
Wanneer gebruik je de past simple.
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 16 - Quizvraag


Present perfect
Wanneer gebruik je de Present perfect?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
De regel - signaalwoorden en wanneer je het gebruikt moet je uit je hoofd kennen. 

Daarna kun je de juiste vorm maken / kiezen.

Slide 18 - Tekstslide

Past Simple <> Present Perfect
______ you _____ (eat) eggs for breakfast yesterday?

A
Did ... ate
B
Have ... eaten
C
Did .... eat
D
Has ... eaten

Slide 19 - Quizvraag

Past Simple / Present Perfect:
Me and my friends _____ (to watch) a movie yesterday.
A
watched
B
have watched

Slide 20 - Quizvraag

Kies uit: Present Simple, Past Simple, Present Perfect
Vertaal: Ik ben vorige week naar Parijs gereden
A
I driving to Paris last week
B
I drove to Paris last week
C
I had driven to Paris last week

Slide 21 - Quizvraag

Past Simple <> Present Perfect
I _________ that before.
A
did never
B
do
C
didn't
D
have never done

Slide 22 - Quizvraag

Use the present perfect:
Martha..... her homework. (finish)

Slide 23 - Open vraag

We ... (celebrate) my father's birthday yesterday.

Slide 24 - Open vraag

Vul in: every/ all/ both/ each/ none ____________________ year my family and I go on a holiday.

Slide 25 - Open vraag

Vul in: every/ all/ both/ each/ none
Somebody took my suitcase with my bathing suits and ___________ my clothes.

Slide 26 - Open vraag

Vul in: every/ all/ both/ each/ none
I can’t wear her clothes! _________________ of them will fit me.

Slide 27 - Open vraag

Vul in: every/ all/ both/ each/ none
We had a wonderful holiday and _________________ one of us had a great time.

Slide 28 - Open vraag

How did it go?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll