Th 6 Gedrag BS 6.3 - 6.6

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ethologie
Ethologie/gedragsbiologie: studie naar het gedrag van dieren.

Gedrag
= Alle waarneembare activiteiten van een mens of dier.
bijv.  slapen, geurstoffen uitscheiden, lichaamshouding, geluid maken

Adequaat gedrag
gedrag dat goed is aangepast is aan de omstandigheden en zo de overlevingskansen en fitness van een dier vergroten.
bijv. drinken bij dorst, nest bouwen om in te leven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Gedrag beschrijven
  • Gedragselementen: losse gedragingen (voedsel oppakken)
  • Gedragsketen: gedragselementen volgen elkaar op in een bepaalde volgorde 
  • Gedragssystemen: gedragselementen met een gemeenschappelijk doel. (voedingsgedrag) (voortplantingsgedrag) (verzorgingsgedrag)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Prikkels en motivatie

Interne milieu wil homeostase
  • Normwaarden 
Prikkels (intern en extern) bepalen grotendeels motivatie voor gedrag
  • Lege maag? --> interesse eten 
  • Volle maag? --> interesse eten 
Effectieve handelingen -->
  • Verminderen prikkels
  • Verzwakken motivatie

Slide 9 - Tekstslide

Periodieke invloeden
Gedrag beïnvloed door hormonen en omgevingsfactoren

Geslachtshormonen beïnvloeden voortplantingsgedrag

Seizoensveranderingen beïnvloeden gedrag (bijv. daglengte en temperatuur bij vogels)

Periodieke invloeden = regelmatige schommelingen in prikkels

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

BS 4 Beïnvloeden van gedrag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

BS 5 Sociaal gedrag 

Slide 24 - Tekstslide

leerprocessen
  • inprenting - in gevoelige periode
  • gewenning - reactie op prikkel neemt af
  • imitatie - na doen
  • proefondervindelijk - trial and error (natuurlijke 
    omstandigheden)
  • conditionering - leren door positieve/negatieve
    ervaringen
  • inzicht- ervaringen uit het verleden

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar
Mensen en dieren hebben sociaal gedrag.
Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal.

Slide 30 - Tekstslide

Rangorde
Conflicten kosten energie

Dreiggedrag
Imponeergedrag


Verzoeningsgedrag
  • Rangorde, ernstige conflicten voorkomen
  • Niet elke soortgenoot mee-eens
  • Wolven: Tanden, grommen
  • Bavianen: Zich zo groot mogelijk maken
  • Conflict voorkomen / oplossen --> zo min mogelijk risico’s nemen
  • Staat tegenover het dreiggedrag
  • Minder-dominante soortgenoot “biedt excuses” aan
  • Het tonen van kwetsbare lichaamsgedeelten

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Gedragsketen
Baltsgedrag = gedrag voor paring.
Bronst (bij zoogdieren) = periode van paringsbereidheid.
Paringsgedrag = gedrag tijdens de paring.
Broedzorg-> zorg voor nakomelingen door  ouder


Slide 35 - Tekstslide

Wie is de baas?
Wie wordt gepikt?
A
Dirkje Cootje
B
Froukje Bea
C
Froukje Dirkje
D
Cootje Dirkje

Slide 36 - Quizvraag

Aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren = gedrag dat een dier vertoont zonder dat het dit heeft kunnen leren van een ouder/ ander dier.

Voorbeeld: drinken bij de moeder
Aangeboren gedrag kun je niet afleren.

Aangeleerd = gedrag dat je bijleert gedurende je leven. 

Gedrag is een combinatie van beiden (zowel aangeboren als aangeleerd).

Slide 37 - Tekstslide

Rolgedrag en rolpatroon
Gedrag dat bij een bepaalde rol hoort = rolpatroon

Slide 38 - Tekstslide

Gedragsonderzoek
Het observeren van diergedrag kan aan de hand van verschillende methoden.

Focal Animal Sampling (FAS)
 - Eén groep of één individu wordt geobserveerd gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode.
Behaviour Sampling (BS)
 - Je noteert hoe vaak een bepaalde gedraging voorkomt binnen een vooraf bepaalde observatieperiode.
One-Zero Time Sampling
 - Na een periode van ca. 15 seconden noteer je of een bepaald gedrag wel of niet binnen dit gestelde tijdbestek heeft plaatsgevonden.


Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 1 - voorbereiding
  • Jullie worden ingedeeld in groepen van 3 of 4 leerlingen
  • Elke groep bedenkt een eigen naam voor het Diermanagementbureau
  • Ieder bureau observeert het gedrag van één diersoort
  •  - De bevindingen schrijven jullie op in een onderzoeksverslag.
  • Jullie krijgen een handleiding vanuit GaiaZOO om het onderzoek uit te voeren



Slide 40 - Tekstslide

Opdracht 1 - voorbereiding
  1. Groepen maken (3/4 leerlingen)
  2. Samen naam bedenken Diermanagement bureau
  3. Diersoort kiezen - LET OP: wel een diersoort die in GaiaZOO voorkomt.
  4. Handleiding doorlezen!!!
  5. Algemene info over diersoort opzoeken; in verslag beschrijven
  6. Onderzoeksvraag bedenken en opschrijven in verslag
  7. Verwachtte resultaat (hypotese) schrijven, dit wordt ook uitgelegd in de handleiding



Slide 41 - Tekstslide

Na het bezoek
Nadat jullie alle gegevens hebben verzameld beginnen jullie aan de verwerkingsfase via een verslag

 
  • Resultaten van de observaties (het protocol) verwerken
  • Conclusies trekken uit de resultaten: Is er gebeurt wat jullie hadden verwacht (hypothese)?
  • Discussie over het onderzoek schrijven: Wat ging goed/slecht, had het weer invloed op de dieren…?
 
De uitwerking hiervan schrijven jullie in een groepsverslag.






Slide 42 - Tekstslide

BS 6.3: maken 32 t/m 40 (NIET 36, 39) 
BS 6.4: maken 43 t/m 53 (NIET 44, 48, 50 )
BS 6.5: maken opdracht 57 t/m 65
(NIET opdr. 62)
BS 6.6: maken opdracht 69 t/m 74 (NIET 72)


Slide 43 - Tekstslide