Ik heb een droom - Martin Luther King

• Mentorles
• MBO
• Studiejaar 1

I have a dream - Martin Luther King

By Asma Aitzoulet

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de belangrijkste aspecten van de 'I have a dream'-speech van Martin Luther King benoemen en begrijpen.

Wat weet je al over de 'I have a dream'-speech van Martin Luther King?

Wie was Martin Luther King?

Martin Luther King was een Amerikaanse burgerrechtenactivist en leider van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging.

Achtergrond van de toespraak

De 'I have a dream'-speech werd gehouden tijdens de Mars naar Washington voor Banen en Vrijheid op 28 augustus 1963.

Inhoud van de toespraak

In de toespraak sprak Martin Luther King over gelijkheid, vrijheid en zijn droom van een toekomst zonder racisme en discriminatie.

Beroemde uitspraak

Een van de meest beroemde uitspraken uit de toespraak is: 'I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character.'

Impact van de toespraak

De 'I have a dream'-speech wordt beschouwd als een belangrijk keerpunt in de Amerikaanse geschiedenis en heeft bijgedragen aan de vooruitgang van de burgerrechtenbeweging.

Nasleep van de toespraak

Martin Luther King werd later vermoord in 1968, maar zijn nalatenschap leeft voort in de strijd voor gelijkheid en rechtvaardigheid.

Belang van de 'I have a dream'-toespraak

De 'I have a dream'-speech herinnert ons eraan dat iedereen gelijke rechten en kansen verdient, ongeacht hun achtergrond.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.