De Herkenbaarheid in Kunst

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

volgende week

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realistisch
Geabstraheerd
Abstract

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet geabstraheerde of vervreemde kunst met herkenbare vormen of objecten?
A
Maakt ze nog duidelijker herkenbaar
B
Verandert ze op een manier die ze niet onmiddellijk herkenbaar maakt
C
Verwijdert ze volledig uit de kunstwerken

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe drukt abstracte kunst gevoelens, ideeën of concepten uit?
A
Door gebruik te maken van herkenbare vormen en objecten
B
Door de werkelijkheid zo nauwkeurig mogelijk weer te geven
C
Door middel van kleur, vorm en lijn

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen realistische en naturalistische kunst?
A
Naturalistische kunst maakt geen gebruik van herkenbare vormen of objecten
B
Realistische kunst drukt gevoelens, ideeën of concepten uit
C
Naturalistische kunst legt de nadruk op de natuurlijke aspecten van de wereld
D
Realistische kunst probeert de werkelijkheid zo nauwkeurig mogelijk weer te geven

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gestileerd
Schematisch
Naar de Fantasie
Naar de Waarneming

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het kenmerk van kunst naar de waarneming?
A
Gebaseerd op wat de kunstenaar direct ziet in de omgeving.
B
Kunst gebaseerd op de verbeelding en het innerlijke gevoelsleven van de kunstenaar.
C
Het gebruik van simpele, gestileerde vormen en lijnen om de essentie van een object of concept vast te leggen.
D
Het reduceren van complexe vormen of objecten tot eenvoudige, herkenbare vormen.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van schematische kunst?
A
Het gebruik van simpele, gestileerde vormen en lijnen om de essentie van een object of concept vast te leggen.
B
Kunst gebaseerd op wat de kunstenaar direct ziet in de omgeving.
C
Kunst gebaseerd op de verbeelding en het innerlijke gevoelsleven van de kunstenaar.
D
Het reduceren van complexe vormen of objecten tot eenvoudige, herkenbare vormen.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

volgende week

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Momentopname / Verstild
Kunstwerken die een momentopname of verstild moment weergeven, bevriezen een specifiek moment in de tijd en geven een gevoel van stilte en rust.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geënsceneerd
Geënsceneerde kunstwerken zijn zorgvuldig gepland en geregisseerd, waarbij de kunstenaar de omgeving, personages en acties controleert om een gewenst verhaal of concept over te brengen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 34 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 35 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 36 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.