Beeldende kunst is er in heel veel soorten en het staat niet allemaal in een museum. Kunst is overal om ons heen! Of je het mooi vindt of niet, dát is aan jou!
Slide 2 - Tekstslide
We denken bij KUNST als snel aan een tekening, een schilderij of een beeld (sculptuur). Maar wat denk je van:
architectuur
muziek
posters/affiches
film/animatie/video
design van mode, games, kostuums, decors, telefoons, enz.
fotografie
en nog veel meer!
Slide 3 - Tekstslide
VOORSTELLING
Beeldende kunst kan een voorstelling hebben maar het hoeft niet. Dat wat je kunt herkennen in een schilderij, beeldhouwwerk, foto enz. noem je de "voorstelling ".
De voorstelling kan gemaakt zijn naar WAARNEMING (naar iets kijken en dit namaken op je eigen manier) maar ook naar de FANTASIE (zelf bedacht).
Verder heeft een kunstwerk altijd een ONDERWERP of THEMA, zélfs als er géén herkenbare voorstelling heeft! Waar gaat het over?
Slide 4 - Tekstslide
VOORSTELLING NAAR WAARNEMING
Slide 5 - Tekstslide
VOORSTELLING NAAR FANTASIE
Slide 6 - Tekstslide
ONDERWERP
(per kunstwerk)
liggende figuur
ontbijttafel
bombardement van Rotterdam
Slide 7 - Tekstslide
THEMA
overkoepelend
ONDERWERP
kat - hond - olifant
Slide 8 - Tekstslide
Met een herkenbare voorstelling heet: figuratief
Zonder herkenbare voorstelling heet: non-figuratief of abstract
Een beetje herkenbaar heet: half abstract of geabstraheerd.
Een paar belangrijke termen:
Slide 9 - Tekstslide
Figuratieve kunst vertoont dus herkenbare overeenkomsten met de werkelijkheid.
Dat hoeft echter géén fotografische weergave van de werkelijkheid te zijn en kan daar dus duidelijk van afwijken.
Hieronder wat voorbeelden in 2D en 3D:
Slide 10 - Tekstslide
FIGURATIEF 2D
In dit werk van Constant Artz "Visser in schuit bij molen" zien we precies hoe dit tafereel er in de werkelijkheid heeft uitgezien. Toch is het niet helemaal zoals je het in het echt zou zien geschilderd.
Hier zie je een hyperrealistisch schilderij van Tjalf Sparnaay. Het lijkt net een foto maar dat is het niet!
De voorstelling van het schilderij van Jopie Huisman is duidelijk herkenbaar, het zijn allemaal schoenen.
Slide 11 - Tekstslide
FIGURATIEF 3D
Hier zie je een detail van het bronzen beeld "Silhouette III " van Lotta Blokker. Het is zo gedetailleerd dat je elke lijn in het gezicht van de vrouw ziet.
Dit beeld heet "Lopende man " en is van AlbertoGiacometti. De voorstelling is ook hier figuratief want je ziet precies wat het voorstelt.
Dit beeld heet "Het peerd van ome Loeks " en staat op het stationsplein in Groningen. Het is een mooi voorbeeld van 3D figuratieve kunst waarin je precies ziet wat de voorstelling is maar het is niet gedetailleerd.
Slide 12 - Tekstslide
Bij abstracte / non-figuratieve kunst is elke gelijkenis met de zichtbare werkelijkheid helemaal verdwenen.
De voorstelling is niet meer iets dat we gelijk herkennen en bestaat alleen uit lijnen en/of vormen.
Hier onder wat voorbeelden:
Slide 13 - Tekstslide
ABSTRACT / NON-FIGURATIEF 2D
Slide 14 - Tekstslide
ABSTRACT / NON-FIGURATIEF 3D
Slide 15 - Tekstslide
Onder invloed van het expressionisme (verbeelden wat je voelt i.p.v. wat je ziet) lieten kunstenaars steeds meer herkenbare voorstelling los en gebruikten ze naast herkenbare elementen ook vormen, lijnen en andere kleuren dan de werkelijkheid.
Dit noemen we half abstractof geabstraheerd.
Hier onder wat voorbeelden:
Slide 16 - Tekstslide
HALF ABSTRACT / GEABSTRAHEERD 2D
Slide 17 - Tekstslide
HALF ABSTRACT / GEABSTRAHEERD 3D
Slide 18 - Tekstslide
Kunst kan dus zowel 2D als 3D zijn en bij beide soorten kun je de drie termen toepassen.
Kun jij ze al herkennen?
figuratief
half abstract / geabstraheerd
non-figuratief / abstract
Slide 19 - Tekstslide
Behalve de drie termen figuratief, abstract en geabstraheerd zijn ernog twee die van belang zijn:
DEFORMEREN
Hierbij is alles nog wel herkenbaar maar zijn de vormen op een vreemde manier veranderd. Het klopt niet meer met de werkelijkheid.
STILEREN
Hierbij is ook alles nog wel herkenbaar, maar zijn de vormen vereenvoudigd, dus er zijn veel details weggelaten.
Hier onder wat voorbeelden.
Slide 20 - Tekstslide
DEFORMEREN
Slide 21 - Tekstslide
STILEREN
Slide 22 - Tekstslide
"VOORSTELLING" heeft dus te maken met 'wat stelt het voor'. Niet met 'hoe is het gemaakt'!
Dit verschil is belangrijk om te onthouden!
Hoe iets is gemaakt heeft te maken met "VORMGEVING". Hier gaan we de komende lessen verder op in.