2H thema 3 BS 2 de bloedsomloop

Thema 3: De bloedsomloop

Thema 3
BS 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: De bloedsomloop

Thema 3
BS 2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen:
  • Wat is het verschil tussen een dubbele en een enkele bloedsomloop?
  • Wat is het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop?
  • Je kunt een aantal slagaders en aders in het menselijk lichaam benoemen

Programma:
  • Wat weten we nog van bloedbestanddelen?
  • Bespreken HW vragen
  • De bloedsomloop
  • Vragen

Slide 2 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Bloedplasma
Verdediging tegen ziekte verwekkers
Vervoeren voedingsstoffen en afvalstoffen
Vervoeren zuurstof en koolstofdioxide
Korstje vormen op wondjes van bloedvaten

Slide 3 - Sleepvraag

Tabaksrook bevat onder andere koolstofmonoxide. In het bloed neemt dit de plek in van zuurstof. Welk deel van het bloed bindt koolstofmonoxide?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatjes

Slide 4 - Quizvraag

Inn een ontstoken wond kan etter (pus) ontstaan. Dit bestaat uit gedode bacteriën en ...
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 5 - Quizvraag

Bespreken vraag 4 en 5

Slide 6 - Tekstslide

De bloedsomloop
Vervoert het bloed naar alle cellen in je lichaam.

De mens heeft een dubbele bloedsomloop: het bloed stroomt per omloop twee keer door het hart.
  • grote bloedsomloop
  • kleine bloedsomloop

Slide 7 - Tekstslide

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterharthelft pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerharthelft.
Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven

Grote bloedsomloop: van de linkerharthelft wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterharthelft. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Dubbele en enkelvoudige bloedsomloop
Mensen en alle andere zoogdieren hebben een dubbele bloedsomloop.

Vissen hebben een enkele bloedsomloop.

Dubbele: hart - longen - hart - lichaam - hart

Enkelvoudige: hart - kieuwen - lichaam - hart

Slide 10 - Tekstslide

3 type bloedvaten
1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.

2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.

3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Bloedvaten
Bloedvaten worden genoemd naar het orgaan waar ze naartoe gaan of van af komen.

Slagaders komen van het hart af (je voelt de hartslag).
Aders gaan naar het hart toe!

Uitzondering: de poortader komt van de darmen en gaat naar de lever (controle opgenomen stoffen).

Slide 13 - Tekstslide

Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
hart, hersenen, hart
D
longen, hart

Slide 14 - Quizvraag

Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet het bloedvat dat bloed naar de darmen toe vervoert?
A
Poortader
B
Darmslagader
C
Darmader
D
Poortslagader

Slide 16 - Quizvraag

Zelf werken
Lezen:
Thema 3 BS 2 blz. 184 t/m 186

Maken:
Thema 3 BS 2 opdracht 1 t/m 4 (online)
Vul de juiste bloedvaten bij afbeelding 10 in (opdr. 5)

Volgende les:
Verschillen tussen slagaders, aders en haarvaten

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video