Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
voorbereiding SE-taalverzorging
Taalverzorging SE1
Lesdoel: aan het einde van de les ben je voorbereid op SE1 (onderdeel taalverzorging).
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Taalverzorging SE1
Lesdoel: aan het einde van de les ben je voorbereid op SE1 (onderdeel taalverzorging).
Slide 1 - Tekstslide
Voorbereiden
Jullie gaan je nu eerst 15 minuten (in stilte) voorbereiden op de quiz die straks volgt.
Hoe? Bestudeer de hoofdstukken 1, 2 en 3 van Taalverzorging in je lesboek (pag. 30, 32, 34, 60, 62, 90, 92, 94, 207 en 209)
Slide 2 - Tekstslide
Een hoofdletter gebruik je NIET bij
A
Namen van dieren
B
Aardrijkskundige afleidingen
C
maanden
D
het begin van een zin
Slide 3 - Quizvraag
Kies de zin met juist gebruikte interpunctie
A
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!"
B
Mees riep: "Kijk uit voor die fietser!"
C
Mees riep: "kijk uit voor die fietser!
D
Mees riep, kijk uit voor die fietser!
Slide 4 - Quizvraag
De plaats van het " hangt af van de plaats van het citaat.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Zet in de volgende zin alle leestekens:
Wij halen een hond uit het asiel, zei ik
Slide 6 - Open vraag
Welk van de volgende twee woorden geeft een beweging aan?
A
liggen
B
leggen
Slide 7 - Quizvraag
Is de volgende zin een samengestelde zin?
Boven de duinen cirkelt nu al een uur een helikopter
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Geef de persoonsvorm(en)
Op internet worden straks filmpje getoond van een uitgebrande auto.
Slide 9 - Open vraag
Geef het voegwoord in de volgende zin:
Lees jij graag online een boek of liever een papieren boek?
Slide 10 - Open vraag
Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin?
Slide 11 - Open vraag
Als de laatste letter van stam in het kofschip staat krijgt de ik-vorm:
A
+te
B
+de
C
+dde
D
+dte
Slide 12 - Quizvraag
Het kofschip gebruik je in de …… tijd
Slide 13 - Open vraag
Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat de handeling nog bezig is
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
De laatste letter van een onvoltooid deelwoord is
A
d
B
t
C
dt
Slide 15 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Na een lange wandeling moesten wij wel even (rusten)
A
ruste
B
rusten
C
rustte
D
rustten
Slide 16 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
(Ondervinden) je veel last van die blessure?
A
Ondervind
B
Ondervint
C
Ondervindt
Slide 17 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
De ontzettende saaie uitstapjes op de basisschool in Rotterdam (kosten) vroeger maar weinig geld.
A
koste
B
kosten
C
kostte
D
kostten
Slide 18 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Vorige week (beleven) het zieke jongetje de dag van zijn leven!
A
beleefte
B
beleefde
C
beleevte
D
beleevden
Slide 19 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Er is deze week weer veel (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 20 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Wij hebben al heel wat rare dingen met haar (beleven).
A
beleefd
B
beleeft
C
beleefdt
Slide 21 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Drie ongevallen hebben tot een verkeerschaos (geleiden).
A
geleit
B
geleidt
C
geleid
Slide 22 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
(Huilen) zocht het kind naar zijn moeder.
A
Huilen
B
Huilend
C
Huilent
D
Huilendt
Slide 23 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Het (stranden) schip (worden) morgen losgetrokken.
A
gestrande, word
B
gestrandde, word
C
gestrande, wordt
D
gestrandde, wordt
Slide 24 - Quizvraag
Spel het werkwoord tussen haakjes:
De douane haalde de mensen met de (vervalsen) paspoorten er meteen uit.
A
vervalsde
B
vervalsden
C
vervalste
D
vervalsten
Slide 25 - Quizvraag
Noem een woord dat een meervoud op -en en een meervoud op -s heeft
Slide 26 - Open vraag
Welk woord heeft geen meervoudsvorm?
Slide 27 - Woordweb
Gebeurt is...
A
pv tt
B
pv vt
C
vd
D
geen van drie
Slide 28 - Quizvraag
We verwijzen naar De-woorden met...
Slide 29 - Open vraag
Goed of fout?
Dat is het meisje waarmee ik in de trein zat.
A
goed
B
fout
Slide 30 - Quizvraag
Hij … de foto zonder hulp.
(vergroten)
Slide 31 - Open vraag
De ... foto hangt nu in het lokaal.
(vergroten)
Slide 32 - Open vraag
Het surfpak heeft 17 sensoren, ........... de bewegingen van 23 gewrichten kunnen worden bekeken
A
waarmee
B
waarover
C
met wie
D
waarbij
Slide 33 - Quizvraag
Er zijn tien categorieen,.................literatuur, wiskunde, scheikunde en natuurkunde
A
waarover
B
aan wie
C
waarmee
D
waaronder
Slide 34 - Quizvraag
De onderzoeker ................. ik sprak, kwam uit Spanje
A
Waarmee
B
Waarover
C
Met wie
D
Over wie
Slide 35 - Quizvraag
De wetenschapper............. de prijs is toegekend, komt uit Nijmegen
A
Waar aan
B
Aan wie
C
Waar door
D
Over wie
Slide 36 - Quizvraag
Ik ga voor het SE een voldoende halen
A
ja
B
nee
C
misschien
Slide 37 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
HH Alle Werkwoordspelling
September 2020
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling klas 1 HV
Maart 2019
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling klas 1 HV
April 2021
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
Maart 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, mavo
Leerjaar 3
vd, od, bn
Maart 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling klas 1V
Maart 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling par 10, vwo 1
Mei 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
K2 herhaling pv-vt/voltooid deelwoord
December 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1