Trede 6 herhaling gram/vocabulario

TREDE 6 HERHALING GRAM/VOCABULARIO
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

TREDE 6 HERHALING GRAM/VOCABULARIO

Slide 1 - Tekstslide

Maak meervoud:
el bolígrafo
A
el bolígrafos
B
las bolígrafos
C
los bolígrafos
D
els bolígrafos

Slide 2 - Quizvraag

Mi madre is ........ profesora en la escuela de mi amiga
A
el
B
la
C
lo
D
las

Slide 3 - Quizvraag

Maak meervoud:
una silla

Slide 4 - Open vraag

Maak meervoud:
un profesor

Slide 5 - Open vraag

Maak meervoud:
el alumno

Slide 6 - Open vraag

GUSTAR
A mi me gusta/gustan los helados

Slide 7 - Open vraag

GUSTAR:
Me gusta/gustan dormir

Slide 8 - Open vraag

GUSTAR
Nos gusta/gustan la música española

Slide 9 - Open vraag

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Mi/mis padres están en casa

Slide 10 - Open vraag

Tú/tus hermano es muy simpático

Slide 11 - Open vraag

Es la 1 menos 20
A
het is 10 over 1
B
het is half 2
C
het is 10 over half 1
D
het is kwart voor 1

Slide 12 - Quizvraag

Het is 12 uur
A
Es la una
B
Son las once y media
C
Son las dos
D
Son las doce

Slide 13 - Quizvraag

Son las cuatro y media
A
het is half 4
B
het is half 5
C
het is half 6
D
het is kwart over 4

Slide 14 - Quizvraag

CANTAR:
¿Qué cancion ................(vosotros)?
A
cantamos
B
cantas
C
cantáis
D
cantan

Slide 15 - Quizvraag

Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
Ella es holandesa y ... son españoles.
A
nosotros
B
ellos
C
ella
D

Slide 16 - Quizvraag

comer
(tú) ...........................un bocadillo
A
como
B
comes
C
comemos
D
come

Slide 17 - Quizvraag

bailar
(el señor García)...................el tango
A
bailo
B
bailas
C
bailamos
D
baila

Slide 18 - Quizvraag

Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
... comemos a las tres y media.
A
Ellos / Ellas
B
Vosotros
C
D
Nosotros

Slide 19 - Quizvraag

escribir
(vosotros)..........................una carta
A
escribes
B
escribís
C
escribo
D
escribimos

Slide 20 - Quizvraag

Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
... sois holandesas ?
A
Ellos / Ellas
B
Vosotros
C
Vosotras
D
Nosotros

Slide 21 - Quizvraag

Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
¿... y Lucía tenéis catorce años?
A
yo
B
C
él / ella
D
Nosotros

Slide 22 - Quizvraag

VOCABULARIO
BESTUDEER DE WOORDENLIJST 10 MIN

Slide 23 - Tekstslide

LA ASIGNATURA
A
de auto
B
het schoolvak
C
de aardrijkskunde
D
de rugtas

Slide 24 - Quizvraag

el bocadillo
A
de appel
B
het huis
C
het ijsje
D
het broodje

Slide 25 - Quizvraag

tampoco
A
ook
B
ook niet
C
waarom
D
daarom

Slide 26 - Quizvraag

empezar
A
stoppen
B
doorgaan
C
beginnen
D
drinken

Slide 27 - Quizvraag

alguna vez
A
vaak
B
nooit
C
eens

Slide 28 - Quizvraag

la comida
A
het eten
B
het drinken
C
de tafel
D
het huis

Slide 29 - Quizvraag

el horario
A
het rooster
B
de agenda
C
het schema
D
de tijd

Slide 30 - Quizvraag

hoy
A
morgen
B
gisteren
C
volgende week
D
vandaag

Slide 31 - Quizvraag

luego
A
vervolgens
B
oneerlijk
C
het cijfer
D
langer

Slide 32 - Quizvraag

lo único es
A
het probleem is
B
het enige is
C
maar waarom dan
D
jij bent uniek

Slide 33 - Quizvraag

tal vez
A
misschien
B
ook
C
vaak
D
nooit

Slide 34 - Quizvraag