Ontdek de Wereld van DNA en RNA

Ontdek de Wereld van DNA en RNA
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek de Wereld van DNA en RNA

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de verschillen zijn tussen DNA en RNA.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over DNA en RNA?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is DNA?
DNA (Deoxyribonucleïnezuur) is een molecule die de genetische instructies bevat voor de ontwikkeling en werking van alle levende organismen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is RNA?
RNA (Ribonucleïnezuur) is een molecule die een belangrijke rol speelt bij het overbrengen van genetische informatie van DNA naar eiwitten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen tussen DNA en RNA
DNA heeft een dubbele helixstructuur, terwijl RNA meestal een enkelvoudige streng heeft. DNA bevat de suiker deoxyribose, terwijl RNA de suiker ribose bevat. Bovendien heeft DNA de base thymine, terwijl RNA uracil als base heeft in plaats van thymine.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van DNA
DNA bevat de genetische code voor het bouwen en onderhouden van organismen. Het reguleert de eiwitsynthese en bepaalt de erfelijke eigenschappen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van RNA
RNA speelt een rol bij de eiwitsynthese door de genetische informatie van DNA over te brengen naar ribosomen. Het kan ook andere functies hebben, zoals regulerende rollen in cellen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve Oefening
Los de volgende vraag op: Welke suiker bevat RNA?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
DNA en RNA zijn beide nucleïnezuren, maar ze verschillen in structuur, suikers en basen. DNA bevat genetische instructies, terwijl RNA een rol speelt bij eiwitsynthese.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.