Listening: fake news

WELCOME!
Listening: fake news
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELCOME!
Listening: fake news

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goals
  • Je kunt uitleggen wat selectief luisteren is, en we gaan het toepassen.
  • Je kan uitleggen wat 'fake' news is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How do you get your news?


How often do you read, look or listen to the news?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How do you mostly get your news?
TV
Newspaper
Radio
Magazines
Internet
People around you

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

If you get your news from Internet, which form do you use most;
Websites
Blogs
Chatrooms
Other

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

If you get your news from people, from who do you learn most:
Friends
Family members
Colleagues
Teachers
Others

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Do you often check the news or not at all? Please write some more details about it:
Wat houdt jou bezig op dit moment?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selectief luisteren

  • Tekst soort benoemen,
  • Het onderwerp benoemen.
  • Selectief luisteren naar informatie die gezegd gaat worden in de tekst.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:17
What does 'fake' mean?
A
Een leugen.
B
Iets wat niet echt is of niet gemeend, maar er wel echt uitziet.
C
Iets wat niet echt is, niet gemeend is en ook niet echt uitziet.
D
Een grap, maar het is helemaal niet grappig.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:51
Wat zou de vertaling van 'counterfeit' in het Nederlands zijn?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:45
True
False
'Fake' heeft betrekking op spullen.
'Fake' heeft betrekking op het gedrag van een persoon.
'Fake' is altijd makkelijk te herkennen.

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

04:03
Did you ever buy anything fake?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

05:47
Why did people write 'fake news' stories?
A
Just for fun.
B
Because they don't like the president.
C
To make money through advertising.
D
Because they like to write fairytales.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

06:52
Hoe komt het dat er nu veel meer over 'fake' news wordt gesproken?
A
Door de verspreiding van Social Media.
B
Mensen lezen meer kranten.
C
Iedereen er nu meer naar geintresseerd is.
D
Mensen durven er nu over te praten.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

08:19
Zelfstandignaamwoord
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord, zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Verb -
to fake a smile
Adjective-
Be careful of fake concert tickets.
Noun -
The diamond ring is a fake.

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fake=  not real
Verb; To fake a smile.
Noun; The painting is fake.
Adjective; Sam did not write a fake review.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je bij selectief luisteren (3 dingen...)

Slide 21 - Open vraag

  • Tekst soort benoemen,
  • Het onderwerp benoemen.
  • Selectief luisteren naar informatie die gezegd gaat worden in de tekst.
Wat verstaan we onder Fake News?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies